Please use this identifier to cite or link to this item: http://hdl.handle.net/1942/1098
Title: Optimalisering van het kredietwaardigheidsonderzoek bij consumentenkredieten
Authors: INDESTEGE, Jo
Issue Date: 2006
Abstract: De private consumptie in België bedraagt meer dan de helft van het BBP van België. De private consumptie is dus een cruciale factor voor de groei van de welvaart van ons land. Er zijn twee manieren voor consumenten om de consumptiebehoeften te bevredigen. Men kan ofwel sparen ofwel leningen aangaan. De laatste jaren richten de consumenten zich steeds meer tot de kredietgevers voor het aangaan van kredieten. De mentaliteit van de consumenten is door de jaren heen veranderd en meer optimistischer geworden, waardoor de mensen minder kiezen voor sparen en meer voor onmiddellijke consumptie. Maar er is ook een keerzijde aan de medaille. Hoe meer kredieten de consumenten aangaan, hoe meer de kans op achterstallige betalingen wordt. Een voorbeeld hiervan is de Verenigde Staten, waar er zeer lakse kredietnormen gelden. In de Verenigde Staten gaan de consumenten zeer veel leningen aan, maar er zijn ook veel consumenten die in de problemen komen met het terugbetalen van hun leningen. Ook in België merken we dat het aantal achterstallige betalingen toenemen als het aantal leningen toeneemt. In 2005 merkten we echter dat er een afname van de achterstallige betalingen plaats vond. Deze afname in achterstallige kredieten wordt veroorzaakt door de ingebruikname van de positieve lijst van de Centrale voor Kredieten aan Particulieren. Vanaf 2003 zijn de kredietgevers verplicht om bij een nieuwe kredietaanvraag deze lijst te raadplegen. Deze positieve lijst bevat alle gegevens van kredieten die reeds aangegaan zijn. Het is dus bijna niet meer mogelijk dat kredietaanvragers meer leningen aangaan dan ze aankunnen, gezien de kredietgevers nu altijd kunnen zien hoeveel leningen er reeds uitstaan. Er zijn verschillende mogelijkheden om achterstallige betalingen te vermijden. Zo zijn er verschillende overheidsinitiatieven die bedoeld zijn om de consument te beschermen. Een goed uitgevoerd kredietwaardigheidsonderzoek kan een grote waarde hebben voor de kosten en transparantie van de kredietaanvraag, maar ook voor de maatschappij in zijn geheel. Want een kredietwaardigheidsonderzoek is noodzakelijk voor de bescherming van de contracterende partijen. Zowel de kredietnemer als de kredietgevers verwerven verschillende rechten, maar ze hebben ook plichten waar ze aan moeten voldoen. Het is het verwerven van deze rechten en het voldoen aan deze plichten dat een grote invloed uitoefent op het leven van de beide contracterende partijen. Een goede methode voor het voeren van een - 3 - kredietwaardigheidsonderzoek is ook belangrijk voor de transparantie van de kredietverlening. De kredietgever kan inzicht krijgen in wat er haalbaar is, terwijl de kredietnemer beter begrijpt waarom de bank de lening afkeurt of toestaat. Dit eindwerk heeft als doel na te gaan hoe de kredietverlening gebeurt. Hierbij beginnen we met een uiteenzetting van de verschillende methodes van kredietwaardigheidsonderzoek. Hiervoor vergelijken we de intuïtieve methode met de klassieke lineaire discriminant methode. Ook wordt er een alternatieve (nieuwe) methode voorgesteld. Hierna volgt er een bespreking van de totstandkoming van de intrestvoet. Eerst wordt de werking van de geldmarkt en het bereiken van het evenwichtspunt uiteengezet. Dan gaan we verder met de invloed van de inflatie op de interpretatie van de rentevoeten. We eindigen met de aanpassingen die de kredietgevers doen aan de op de geldmarkt bekomen algemene rentevoet. De kredietgevers houden namelijk ook nog rekening met de gewenste winstmarge, aan te rekenen kosten en het risico van de kredietvorm. Vervolgens zetten we de kredietverlening zelf uiteen. Het is nodig dat we hiervoor een korte bespreking van credit scoringssystemen geven. We gaan in op de verschillen tussen hoofdkantoor en bijkantoren. Bij het hoofdkantoor ligt de nadruk op het ontwikkelen van credit scoringssystemen, terwijl bij de bijkantoren de opleiding van het personeel benadrukt wordt. Vooral de nadruk op opleidingen in het omgaan met klanten is hierbij opvallend. Er wordt gesproken over de gegevensverzameling en de verschillende manieren die gebruikt worden om deze gegevens te controleren. Er wordt natuurlijk ook ingegaan op de ondernomen acties bij wanbetalingen en de mogelijke oplossingen die tussen kredietgever en consument overeengekomen kunnen worden. Kredietgevers geven er de voorkeur aan om eerst alle mogelijke oplossingen uit te putten voor ze overgaan tot het nemen van acties. Dit zorgt namelijk voor meer tevreden klanten, wat op lange termijn een voordeel voor de kredietgever kan zijn. Deze redenering geldt ook voor de makkelijk verkregen kredieten. We eindigen met de mening van de kredietgevers over verschillende onderwerpen, zoals: de klantentrouwheid, de maximale toegelaten rentevoeten en de inspanningen van de overheid ter bescherming van de consument. Voor de klantentrouwheid zijn het enkel de kredietinstellingen met een soepeler beleid (zoals de Citi Bank) die klanten aantrekken die reeds bij een ander kredietinstelling klant zijn. Enkel voor woonkredieten bestaat er een ‘shopping’ mentaliteit. De ondervraagde kredietinstellingen vinden de maximale toegelaten - 4 - rentevoeten niet te hoog. Ze vinden deze bovengrenzen enkel nuttig om de kleinere (zelfstandige) kredietgevers in toom te houden. Over de inspanningen van de overheid zijn er twee meningen. AXA bank en KBC vinden dat de overheid genoeg doet. DEXIA en de Citi Bank vinden dat de overheid voor sommige groepen van klanten te veel doet en voor andere weer te weinig. Tot slot wordt er dieper ingegaan op de invloed van kredietverlening op de economie. Op korte termijn is er namelijk een onmiddellijke toename van de consumptie. Maar er zijn ook mogelijke gevolgen op lange termijn. Bij een grote toename van de kredietverlening is er namelijk een kans dat de investeringen zullen afnemen. Hierdoor kan de productiecapaciteit gaan dalen. Wat tot een daling van het concurrentievermogen leidt. Bij een open economie is het mogelijk om deze daling te compenseren door het aantrekken van buitenlands kapitaal. Maar er bestaan uiteenlopende opvattingen over het aantrekken van buitenlands kapitaal. Er zijn er die dit goed vinden en er zijn er die dit slecht vinden voor de economie. Het blijft belangrijk om een juiste verhouding tussen consumptie en sparen te behouden.
Document URI: http://hdl.handle.net/1942/1098
Category: T2
Type: Theses and Dissertations
Appears in Collections:Master theses

Files in This Item:
File Description SizeFormat 
indestege_jo.pdf24.47 MBAdobe PDFView/Open
Show full item record

Page view(s)

32
checked on Nov 7, 2023

Download(s)

18
checked on Nov 7, 2023

Google ScholarTM

Check


Items in DSpace are protected by copyright, with all rights reserved, unless otherwise indicated.