Please use this identifier to cite or link to this item: http://hdl.handle.net/1942/1129
Title: Distance-learning (marktstudie)
Authors: Marien, Caroline
Issue Date: 2006
Abstract: In Vlaanderen wordt afstandsonderwijs georganiseerd door het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. De afdeling Volwassenenonderwijs heeft in 1999 het ‘Begeleid Individueel Studeren’ (BIS) in het leven geroepen. “Thuis studeren in je eigen tempo!” vormt hierbij het uitgangspunt, waarbij echter begeleiding vanwege een deskundige mentor voorzien blijft. Afstandsonderwijs zal in de toekomst ongetwijfeld aan belang winnen, daarom moet BIS de huidige situatie onder de loep nemen zodat ze haar beleid kan aanpassen aan de behoeften van de cursisten. Uitgaande van de onderzoeksvraag “Wat is de mate van de studententevredenheid voor BIS?” wordt in deze eindverhandeling gepeild naar het oordeel van de BIS-cursisten over BIS als aanbieder van de dienst ‘afstandsonderwijs’. Vooreerst wordt in deze eindverhandeling een terminologisch kader geschetst. Hierbij worden verschillende concepten gedefinieerd, waardoor het gebruik ervan in de eindverhandeling eenduidig wordt. De literatuurstudie betreffende het afstandsonderwijs vangt aan met een historisch overzicht. Het afstandsonderwijs met zowel cursussen als begeleidende leerkrachten ontstond volgens Curran (1995) in de jaren dertig van de negentiende eeuw. Een echte doorbraak kwam er pas in 1970 met de opkomst van de open universiteiten. Tegenwoordig neemt in vele Europese landen het belang van “distance education” steeds meer toe. Daarom werd het SOCRATES programma van de Europese Commissie gelanceerd in 1995. De tweede fase (SOCRATES II) loopt vanaf 2000 tot eind 2006. Dit verdrag benadrukt kwaliteitsonderwijs in alle lidstaten, alsook het belang van levenslang leren voor alle burgers van de Unie. Het concept “levenslang leren” is duidelijk gekoppeld aan het afstandsonderwijs. ”Life long learning” is een evidentie geworden, waardoor naast een basisopleiding ook permanente educatie noodzakelijk is. Het afstandsonderwijs wordt in veel literatuur naar voor geschoven als dé oplossing voor levenslang leren. Volgens het tijdschrift Klasse1 volgt één op de vijf Belgen een extra cursus: avondschool, taalpakketten, namiddagcursus of postordercursus. In onze maatschappij voelen veel mensen immers de noodzaak tot bijscholing, omscholing, specialisatie en voortdurende algemene vorming (www.klasse.be, bezocht op 24 september 2005). Een flexibele onderwijsvorm heeft nood aan ondersteunende technologieën. Volgens De Volder (1996) kunnen we de overdrachtssystemen in drie categorieën indelen. Deze traditionele verdeling bespreekt allereerst de gedrukte materialen die het correspondentieonderwijs ondersteunen. Deze materialen (cursussen) worden via een postsysteem verdeeld. De tweede categorie bestaat uit de audiovisuele materialen (op het gehoor en het oog werkend). Deze omvatten audiocassettes, radio, telefoon, televisie, videodisks en Cd’s. Radio wordt vooral toegepast in gebieden met een hoog analfabetisme. Daarenboven kan de radio onderwijs verschaffen in de ontwikkelingslanden, vermits de kostprijs er relatief laag is. Televisie en videodisks hebben het voordeel de cursus realistischer en levendiger te maken. De gedrukte en audiovisuele materialen verlopen meestal asynchroon (gelijktijdige aanwezigheid van mentor en student is niet vereist). Het onderwijs gebeurt hier meestal in één richting. Tenslotte onderscheidt De Volder de computergebaseerde technologieën. Ze zijn een combinatie van zowel synchrone (audio- en videoconferencing, chatrooms…) als asynchrone communicatie (discussieforum, e-mail…). Men maakt hier gebruik van de computer, alsook het internet, die op vele terreinen hun intrede hebben gedaan. Hierdoor wordt interactiviteit op eenvoudige en goedkope wijze mogelijk. Zo kunnen ook oudere technologieën (bijv. de telefoon) gemoderniseerd worden. Skype2 is hier een duidelijk voorbeeld van. Als laatste onderdeel van de literatuurstudie worden de verschillende vormen van afstandsonderwijs voorgesteld. Het correspondentieonderwijs kan via een postsysteem of via 1 Klasse is de naam voor een communicatieproject van het departement Onderwijs, ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. Het richt zich tot allen die betrokkenen zijn bij het onderwijs in Vlaanderen. De algemene doelstelling van Klasse is door gerichte informatie de betrokkenheid bij het onderwijsgebeuren optimaliseren voor de verschillende doelgroepen: schoolbesturen, leerkrachten, studiemeesters-opvoeders, CLB, ouders, leerlingen en de brede maatschappij. Dit gebeurt o.a. via een maandblad en website. 2 Skype is een nieuw softwareprogramma dat de mogelijkheid biedt om gratis te telefoneren via internet. e-mail verlopen. Het telefonisch onderwijs wordt vooral toegepast wanneer de afstand tussen onderwijsinstelling en student té groot is of wanneer de student de traditionele lessen niet kan volgen wegens ziekte, gevangenisstraf, loopbaan, enz. Computerconferencing is een vorm van teleconferentie, waarbij interactieve communicatie tussen twee of meerdere gebruikers, die geografisch verspreid zijn, mogelijk gemaakt wordt. Het is gebaseerd op een telecommunicatiesysteem, ondersteund door één of meerdere computers. Hier zijn ook asynchrone technologieën zoals e-mails en discussiefora mogelijk, waarbij de communicatie niet gelijktijdig verloopt. Dit elimineert de tijdsbeperking. Audioconferencing (door middel van telefoon of computer) is gebaseerd op het gebruik van een gemeenschappelijke telefoonlijn. Videoconferencing is de real-time, tweerichtingstransmissie van bewegende beelden in combinatie met audio (geluid en stem). Het wordt vooral gebruikt voor onderwijs in een virtuele klas, waarbij de leerlingen de lessen kunnen volgen zonder fysiek aanwezig te zijn. Als onderzoeksmethode heb ik om de tevredenheid bij de cursisten te toetsen gekozen voor een ‘survey-onderzoek’. Hierbij werd een vragenlijst opgesteld die uit 6 thema’s bestaat: ‘het cursistenprofiel’, ‘het cursusaanbod’, ‘de cursusinhoud’, ‘mentor en evaluatie’, ‘de administratieve ondersteuning’ en tenslotte ‘algemene suggesties’. De cursisten werden in 4 groepen verdeeld, namelijk: (1) De ingeschreven studenten die nog niet betaald hebben, (2) De ingeschreven studenten die betaald hebben, hun opleiding nog niet voltooid hebben en hun taken niet maken, (3) De ingeschreven studenten die betaald hebben, hun opleiding nog niet voltooid hebben, maar wel hun taken maken, (4) De ingeschreven studenten die betaald hebben en hun cursus volledig afgewerkt hebben. In overleg met Mevr. Jamine werd besloten om uit iedere cursistengroep een steekproef van 100 onderzoekseenheden te trekken. Zo werden in totaal 400 enquêtes verzonden naar 400 BIS-cursisten. Door middel van het softwareprogramma SPSS werden de enquêtes statistisch verwerkt. Frequentietabellen en grafieken (Bijlage V en VI) laten toe de resultaten te bespreken. Het onderzoek leverde het volgende resultaat op: de overgrote meerderheid van de cursisten is duidelijk tevreden over het cursusaanbod (prijs/kwaliteitsverhouding en kennismakingsakket), de cursusinhoud (lay-out en overzichtelijkheid, hoeveelheid taken, moeilijkheidsgraad en theorie), mentor en evaluatie (uitleg en aantal communicatiemogelijkheden) en de administratieve ondersteuning (klantvriendelijkheid en de website). De negatieve geluiden, alsook de kritische kanttekeningen en observaties blijven marginaal. De gemiddelde cursist heeft een leeftijd tussen 36 en 60 jaar. Hij/Zij schreef zich in om zichzelf bij te scholen en te ontplooien. Hij/Zij is in de meeste gevallen bediende of ambtenaar en heeft een diploma van het hoger of zelfs universitair onderwijs. Er werd vastgesteld dat de meeste cursisten nog geen gebruik maken van de e-taken. Bovendien wensen velen de mogelijkheid tijdens de cursus meer vragen te kunnen stellen. De conclusies en aanbevelingen benadrukken vooral dat BIS méér naambekendheid moet verwerven. Er bestaat een ruim publiek voor het afstandsonderwijs en toch is BIS nog té onbekend in Vlaanderen. De uitstekende klantvriendelijkheid, alsook de aantrekkelijke prijs/kwaliteitsverhouding kunnen aangewend worden als promotiemiddel om meer cursisten aan te trekken.
Document URI: http://hdl.handle.net/1942/1129
Category: T2
Type: Theses and Dissertations
Appears in Collections:Master theses

Files in This Item:
File Description SizeFormat 
marien_caroline.pdf2.72 MBAdobe PDFView/Open
Show full item record

Page view(s)

14
checked on Nov 7, 2023

Download(s)

10
checked on Nov 7, 2023

Google ScholarTM

Check


Items in DSpace are protected by copyright, with all rights reserved, unless otherwise indicated.