Please use this identifier to cite or link to this item: http://hdl.handle.net/1942/1146
Full metadata record
DC FieldValueLanguage
dc.contributor.authorSCHEPERS, Annelies-
dc.date.accessioned2007-01-05T13:39:00Z-
dc.date.available2007-01-05T13:39:00Z-
dc.date.issued2006-
dc.identifier.urihttp://hdl.handle.net/1942/1146-
dc.description.abstractDe bouwnijverheid is één van de belangrijkste economische sectoren in België. Als we de bouwnijverheid echter vergelijken met de andere sectoren in de economie, wordt al snel duidelijk dat het werk in deze tak zeer specifiek is. Zo is elke realisatie van een bouwproject uniek en verschillend. Daarnaast wordt een bouwproject steeds gekenmerkt door een grote verwevenheid van activiteiten. Dit doordat er vaak meerdere aannemers samen werken uitvoeren of doordat verschillende aannemers elkaar opvolgen in het bouwproces. Hierdoor hebben deze een grote invloed op de werkomstandigheden van de andere aannemers die eveneens bij een bepaald project betrokken zijn. Een belangrijk gevolg hiervan is dat de bouwsector, in vergelijking met andere sectoren, een relatief hoog aantal arbeidsongevallen kent. Daarenboven zijn de ongevallen die op bouwwerven plaatsvinden vaak zeer ernstig. Het is dan ook van groot belang dat de samenwerking tussen de verschillende aannemers op een werf voldoende gecoördineerd wordt. Op 12 juni 1989 werd een Europese kaderrichtlijn uitgevaardigd met maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk. Daarnaast kwam op 24 juni 1992 de bijzondere richtlijn betreffende de veiligheid op de tijdelijke en mobiele bouwplaatsen tot stand. Vandaag heeft elke lidstaat hierdoor een aangepaste nationale wetgeving m.b.t. de veiligheid. Het Koninklijk Besluit tijdelijke of mobiele bouwplaatsen van 25 januari 2001 heeft voor België de minimumvoorschriften vastgelegd inzake veiligheid en gezondheid op deze bouwplaatsen. Door dit KB is er in ons land een nieuwe betrokken partij ontstaan bij bouwwerken, namelijk de veiligheidscoördinator. Dit KB tijdelijke en mobiele bouwplaatsen werd, op 19 januari 2005, gewijzigd door een nieuw KB. Op 22 maart 2006 werd dit KB tijdelijke en mobiele bouwplaatsen nogmaals lichtjes aangepast. Daarnaast zag het FARAO-plan in ons land op 26 februari 2004 het levenslicht. De doelstelling van het Federaal Actieplan voor de Reductie van Arbeidsongevallen was het realiseren van een drastische vermindering van het aantal arbeidsongevallen. Permanente aandacht voor en evaluatie van de veiligheid op het werk, in het bijzonder op bouwwerven, blijft vandaag de dag immers onmisbaar in onze huidige maatschappij. Naast deze wettelijke bepalingen zijn er bovendien heel wat initiatieven tot stand gekomen om de veiligheid op het werk te verhogen. Zo voerden het NAVB en de Europese Unie reeds regelmatig veiligheidscampagnes uit. In deze eindverhandeling wordt nagegaan of de veiligheidscoördinator vandaag een nuttige bijdrage levert voor de veiligheid op de bouwwerven. De wetgeving inzake de veiligheidscoördinatie zal hierbij geanalyseerd en geëvalueerd worden. In eerste instantie worden enkele theoretische aspecten uitgeklaard. Hierbij worden zowel de Europese als de Belgische wettelijke bepalingen onder de loep genomen. In een volgend onderdeel wordt het FARAO-plan besproken en zal er gepeild worden naar de mate waarin het plan anno april-mei 2006 reeds gerealiseerd is. Verder wordt er in een volgend hoofdstuk een profiel geschetst van een goed veiligheidscoördinator. In een laatste theoretisch onderdeel van deze eindverhandeling worden de taken en verantwoordelijkheden van de verschillende betrokkenen bij een bouwproject besproken. Vanaf het zesde hoofdstuk van dit rapport worden de resultaten van het praktijkonderzoek weergegeven. Hierbij werden in eerste instantie een aantal bevoorrechte getuigen geïnterviewd. Na afloop van deze interviews werden de resultaten geanalyseerd en besproken. Hierdoor werd het mogelijk om enquêteformulieren op te stellen en een grotere groep betrokkenen te bereiken. Het praktijkonderzoek heeft aangetoond dat de wetgeving inzake de veiligheidscoördinatie zeker en vast een goede eerste stap was om veiligere bouwplaatsen te creëren. Er wordt immers nagedacht over de veiligheid en men wordt zich meer en meer bewust van het belang van de veiligheid op de bouwwerven. Een veiligheidscoördinator zou vandaag dan ook een nuttige partij kunnen zijn bij de realisatie van bouwprojecten. De interviews en enquêtes brachten echter een aantal belangrijke knelpunten aan het licht. De vier problemen die tijdens de interviews en de enquêtes het meest vermeld werden, zijn de volgende: 1. De onduidelijkheid en complexiteit van de wettelijke bepalingen. 2. Vaak wordt er geen veiligheidscoördinator aangesteld. Dit is vooral het geval bij de particuliere woningen. 3. Er is een gebrek aan controle van de overheid en dat zowel op de kwaliteit als op de aanstelling van de veiligheidscoördinator. 4. Vaak wordt er foutieve informatie vrijgegeven en dit zowel door de overheid als door de media. Door de foutieve informatie van de media over het gewijzigde KB tijdelijke en mobiele bouwplaatsen in 2005, denken velen dat er geen veiligheidscoördinator meer moet aangesteld worden. Dit zorgt voor heel wat problemen in de praktijk. Het is dan ook een uitdaging voor de overheid om samen met alle betrokkenen een betere samenwerking en communicatie te realiseren. Er zijn reeds heel wat goede stappen gezet, maar de hulp van alle betrokken partijen is onontbeerlijk om het gewenste doel te bereiken. Naar mijn mening zullen de kosten van een VC zeker en vast opwegen tegen die van een arbeidsongeval. Gedurende de realisatie van deze eindverhandeling werd mij al snel duidelijk dat er zich op dit moment nog een aantal problemen inzake de veiligheidscoördinatie voordoen. Toch mag men het belang van de VC zeker en vast niet onderschatten. Daarom mag een VC, volgens mij, absoluut nooit afgeschaft worden. De bestaande wetgeving inzake de veiligheidscoördinatie is een goede basis. Hierbij is het echter wel belangrijk dat de overheid inspeelt op de heersende problemen inzake de veiligheidscoördinatie. Het is in deze context enorm belangrijk dat de communicatie tussen de overheid en de partijen perfect verloopt. Als de overheid de partijen goed inlicht over wijzigingen aan de wettelijke bepalingen en de taakverdeling duidelijk meedeelt, zal dit de werking van de veiligheidscoördinatie ongetwijfeld ten goede komen. Verder werd er gepeild naar de mening van directiehoofd van de FOD WASO1, Ir. Pieter De Munck, inzake de veiligheidscoördinatie. Dhr. De Munck is van mening dat de VC een onmiskenbare meerwaarde levert voor de veiligheid op de bouwwerven. Vooral bij grote projecten ziet hij het nut van een VC volledig in. Bij renovaties en kleinere projecten daarentegen kan de VC, naar zijn mening, in sommige gevallen toch een overbodige speler zijn. Ook Dhr. De Munck stelt vast dat er nog een aantal belangrijke problemen m.b.t. de veiligheidscoördinatie aanwezig zijn. Zo merkt hij op dat: - de wettelijke bepalingen reeds van in de beginfase misbruikt werden door bepaalde personen om er zoveel mogelijk geld uit te halen. Dit heeft de VC van bij de opkomst van het beroep in een slecht daglicht gesteld. - de VC’s van vandaag doorgaans niet specifiek genoeg werken. - de VC’s zich te weinig met hun toegewezen taak, nl. “coördinatie”, bezighouden. 1 FOD WASO= Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg: waarborgt, in een sociaal gecontroleerde markteconomie, het evenwicht tussen werknemers en werkgevers in hun arbeidsverhouding. De FOD zorgt voor de bescherming en de bevordering van het welzijn op het werk en werkt actief mee aan de ontwikkeling van de sociale wetgeving, zowel nationaal als internationaal [FOD WASO,2006] - de VC’s er zelf voor zorgen dat de hoeveelheid papierwerk verhoogt. - de VCO afgeschaft kan worden bij de particuliere projecten. Belangrijk hierbij is dan echter wel dat deze functie wordt overgenomen door de architect. - de betrokkenen van bouwprojecten zich weinig of niet interesseren voor de veiligheidscoördinatie. - de VC’s te weinig communiceren met de overheid.-
dc.format.extent7024853 bytes-
dc.format.mimetypeapplication/pdf-
dc.language.isonl-
dc.titleVeiligheid in de bouwsector : analyse van de wetgeving inzake veiligheidscoördinatie-
dc.typeTheses and Dissertations-
local.format.pages331-
local.bibliographicCitation.jcatT2-
local.type.specifiedMaster thesis-
dc.bibliographicCitation.oldjcat-
item.accessRightsOpen Access-
item.fulltextWith Fulltext-
item.fullcitationSCHEPERS, Annelies (2006) Veiligheid in de bouwsector : analyse van de wetgeving inzake veiligheidscoördinatie.-
item.contributorSCHEPERS, Annelies-
Appears in Collections:Master theses
Files in This Item:
File Description SizeFormat 
schepers_annelies1.pdf6.86 MBAdobe PDFView/Open
Show simple item record

Page view(s)

58
checked on Nov 7, 2023

Download(s)

50
checked on Nov 7, 2023

Google ScholarTM

Check


Items in DSpace are protected by copyright, with all rights reserved, unless otherwise indicated.