Please use this identifier to cite or link to this item: http://hdl.handle.net/1942/1213
Title: Het Stabiliteits- en Groeipact : Nood aan hervorming
Authors: VAN LOO, Steven
Issue Date: 2006
Abstract: De verhoogde toename van aandacht naar economische integratie in de naoorlogse periode gaf ook in Europa de aanleiding tot meer samenwerking tussen de verschillende landen. Hoewel de politieke samenwerking niet in detail besproken wordt, mag ze niet over het hoofd gezien worden in het proces naar een economisch geïntegreerd Europa. De monetaire eenmaking ging definitief van start met het Rapport Delors van 1989. Deze tekst gaf de aanleiding voor het Verdrag van Maastricht (1992), het basisverdrag voor de Europese Monetaire Unie. Het Verdrag van Maastricht voorziet drie fasen waarin de verschillende lidstaten van de Europese Unie worden voorbereid op de introductie van de eenheidsmunt, de Euro. Niet alle lidstaten zijn verplicht de Euro in te voeren. Denemarken, Zweden en het Verenigd Koninkrijk verkozen vrijwillig niet deel te nemen aan de laatste fase van de EMU. Op 1 januari 1999 ging de derde fase van start met 11 landen: Duitsland, Frankrijk, België, Nederland, Luxemburg, Italië, Portugal, Spanje, Finland, Oostenrijk en Ierland. Griekenland vervoegde hen twee jaar later. Deze landen moesten voldoen aan vier convergentiecriteria betreffende inflatie, wisselkoers, lange termijn intrestvoet en publieke schuld. De regels opgenomen in het Verdrag van Maastricht waren niet altijd even duidelijk. Om een sterk fiscaal raamwerk te creëren werd het Stabiliteits- en Groeipact in het leven geroepen. Hierdoor werden de bestaande regels strenger, concreter en geloofwaardiger. Zowel economisch als politiek was stabiliteit binnen de EMU een grote zorg. Het Pact moet zorgen voor een controle op de publieke financiën van de landen binnen de Europese Unie. Landen die uiteindelijk ook effectief deelnemen aan de Euro kunnen bij nietnaleving van de regels van het Stabiliteitspact onderworpen worden aan waarschuwingen en eventueel zelfs boetes. Het multilateraal toezicht spitst zich toe op een begroting in evenwicht en de houdbaarheid van de overheidsschuld. Hiervoor werden criteria opgenomen van een tekort van maximaal 3 % voor de jaarlijkse begroting en een schuldniveau van maximaal 60 %, beide ten opzichte van het Bruto Binnenlands Product. Op basis van een overschrijding van deze waarden kan de ECOFIN-Raad een buitensporig tekort vaststellen. Voor verschillende landen was de naleving van het Stabiliteitspact geen eenvoudige taak. De eerste keer dat het fout liep was in 2001. De Raad stelde voor zowel Duitsland als Portugal een buitensporig tekort vast. Ironisch aangezien Duitsland een van de hevigste voorstanders was van de invoering van het Pact. Later volgden nog andere landen zoals Frankrijk, Italië, Griekenland en Nederland. Ook landen buiten de Eurozone staan onder de controle van de Raad, maar kunnen niet gesanctioneerd worden. Voor hen zijn er voorlopig echter geen al te grote problemen. De nieuwe lidstaten, die op termijn ook zullen toetreden tot de EMU, staan er in vergelijking met de huidige lidstaten bij aanvang zeker niet minder goed voor. Wat betreft het overheidstekort is er een vergelijkbare situatie waarneembaar, het niveau van de overheidsschuld ligt gemiddeld lager in de nieuwe lidstaten. Ook de criteria betreffende de inflatie en de intrestvoet moeten binnen beperkte tijd in overeenstemming met de convergentiecriteria kunnen gebracht worden. Door het verplaatsen van de bevoegdheden omtrent het monetair beleid naar het supranationaal niveau van de Europese Unie is het belang van nationaal fiscaal beleid in de EMU alleen maar toegenomen. Toch wordt dergelijk fiscaal beleid door het Stabiliteitspact aan banden gelegd. Het voorkomen van verschillende externe effecten (zoals een stijging van de intrestvoet, inflatie) is hiervan de oorzaak. De inperking van het fiscaal beleid via het Pact is niet onbesproken. Het verminderen van de budgettaire flexibiliteit, een asymmetrische werking, een korte termijn politiek en een beperkte afdwingbaarheid van de regelgeving zijn slechts een paar kritische bedenkingen bij het Pact. Verschillende jaren van kritiek op het Stabiliteitspact en hervormingsvoorstellen ter verbetering ervan gingen de uitspraak van het Europees Hof van Justitie in juli 2004 vooraf. Maar het was uiteindelijk toch deze uitspraak, betreffende de toepassing van het Pact, die de effectieve hervorming in een stroomversnelling bracht. De Europese Commissie en de ECOFIN-Raad moesten samen een weg uit de impasse zoeken. Na aanbevelingen van de Europese Commissie kwam de ECOFIN-Raad begin 2005 met een hervormingsvoorstel. Verschillende kritieken kwamen hierin aan bod, maar toch blijft de daadkracht van bepaalde voorstellen twijfelachtig. Vooral de politieke draagkracht betreffende de werkelijke uitvoerbaarheid en de controle ervan zullen hierin een grote rol spelen. Voor de asymmetrische werking van het Pact ontbreekt een concrete maatregel. Een mogelijke concrete oplossing zou zijn: een uitbreiding van de bevoegdheid van de Commissie en/of een combinatie met ‘rainy day funds’. Verder biedt het ECOFIN-voorstel wel meer differentiëring van de regelgeving voor de verschillende lidstaten. Het oprichten van nationale controleorganen vormen hier ook een mogelijkheid. Een ander voorstel, namelijk het systeem van verhandelbare tekorten, is niet alleen meer flexibel, het houdt ook rekening met het totale fiscale niveau van de Eurozone. Verder is voorzichtigheid geboden bij de versoepeling van de definiëring van een ‘uitzonderlijk en tijdelijk’ tekort. Tenslotte zijn er twee kritieken die niet aan bod komen in het voorstel van de Raad. Wat betreft de ontmoediging van publieke investeringen kan de ‘Golden Rule’ in overweging genomen worden. Het ‘Debt Sustainability Pact’ biedt dan weer de mogelijkheid om bij de beoordeling van de fiscale situatie van een land de klemtoon te verleggen van het begrotingstekort naar het schuldniveau. Het Stabiliteits- en Groeipact zal hoe dan ook een hervorming ondergaan. Op welke manier is nog niet geheel duidelijk. Het hervormingsvoorstel van de Raad staat nog niet helemaal op punt en de hervormingsvoorstellen uit de literatuur hebben op hun beurt enkele punten van kritiek. Verder heeft de uitbreiding van de Europese Unie de noodzakelijke onderhandelingen er niet eenvoudig op gemaakt.
Document URI: http://hdl.handle.net/1942/1213
Category: T2
Type: Theses and Dissertations
Appears in Collections:Master theses

Files in This Item:
File Description SizeFormat 
vanloo_steven1.pdf515.5 kBAdobe PDFView/Open
Show full item record

Page view(s)

38
checked on Nov 7, 2023

Download(s)

32
checked on Nov 7, 2023

Google ScholarTM

Check


Items in DSpace are protected by copyright, with all rights reserved, unless otherwise indicated.