De handelings(on)bekwaamheid van de minderjarige in de schoolomgeving

Abstract

De minderjarige wordt in het Belgische recht geacht principieel handelingsonbekwaam te zijn. In deze masterscriptie wordt duidelijk dat deze principiële handelingsonbekwaamheid van de minderjarige in de loop der jaren aan een evolutie onderhevig is geweest, waardoor deze principiële handelingsonbekwaamheid niet meer absoluut kan worden opgevat. De sanctieregeling, het onderscheidingsvermogen van de minderjarige en de uitzonderlijke handelingsbekwaamheid van de minderjarige zorgen dan ook voor een nuancering op deze principiële handelingsonbekwaamheid. Wanneer we de principiële handelingsonbekwaamheid van de minderjarige in de schoolomgeving onderzoeken, moet er worden besloten dat deze principiële handelingsonbekwaamheid en diens nuanceringen ook doorwerken in de schoolomgeving en dat de nuanceringen op de principiële handelingsonbekwaamheid zelfs nog ruimer moeten worden opgevat. Zo moet de principiële handelingsonbekwaamheid van de minderjarige in de schoolomgeving worden genuanceerd in het licht van de decreetgeving, in het licht van de rechtspraak van de Raad van State en in het licht van de grondrechten.