De onschendbaarheid van de woning, het recht op privacy en het probleem van onrechtmatige huiszoekingen in de Belgische mededingingsprocedure

Abstract

Deze masterproef is gewijd aan de problematiek omtrent onrechtmatige huiszoekingen in het Belgisch mededingingsrecht. Huiszoekingen vormen een inmenging in het fundamenteel recht op onschendbaarheid van de woning en het recht op privacy. Slechts onder bepaalde voorwaarden kunnen huiszoekingen worden uitgevoerd door de Belgische Mededingingsautoriteit. Het aantal huiszoekingen dat in de praktijk wordt uitgevoerd door de Belgische Mededingingsautoriteit is de laatste jaren zichtbaar toegenomen. De problematiek omtrent de onrechtmatigheid van sommige van deze huiszoekingen is dan ook zeer actueel. De voorwaarden om een huiszoeking uit te voeren zijn terug te vinden in boek IV van het Wetboek van economisch recht. Er wordt onderzocht of deze regels voldoen aan de hogere rechtsnormen. Verder heeft de wetgever en de rechtspraktijk nog andere waarborgen gecreëerd om de betrokken onderneming naar behoren te beschermen tegen onrechtmatige huiszoekingen. Daarnaast wordt de problematiek omtrent onrechtmatig verkregen bewijs bestudeerd en de toepassing van de Antigoon-doctrine in burgerlijke zaken.