Vrijwillige rapportering volgens IFRS: een stand van zaken bij de Belgische bedrijven

Abstract

Uit verschillende onderzoeken blijkt dat er een aantal positieve gevolgen zijn verbonden aan de implementatie van IFRS. Toch kiest maar een beperkt aantal bedrijven in België ervoor om IFRS vrijwillig te gaan implementeren. Deze masterproef tracht na te gaan welke de belangrijkste redenen hiervoor zijn. Dit wordt nagegaan door middel van een literatuurstudie en een praktijkonderzoek. In de literatuur werden 17 positieve gevolgen gevonden maar ook acht negatieve gevolgen. Het praktijkonderzoek bestaat uit drie verschillende delen, namelijk een enquête, diepte-interviews met bedrijven die BGAAP implementeren en diepte-interviews met auditors. Door middel van de enquête worden de redenen achterhaald die bepalend zijn bij de keuze tot vrijwillige IFRS-implementatie. De belangrijkste reden volgens de respondenten is de verplichting door de de moedermaatschappij. Andere belangrijke redenen zijn internationale harmonisatie, nuttigere informatie en betere vergelijkbaarheid. Uit de diepte-interviews met bedrijven bleek dat de complexiteit en bijkomende toelichtingen de belangrijkste redenen zijn om IFRS niet vrijwillig te implementeren. Ook de auditors zouden door deze redenen vrijwillige IFRS-implementatie niet aanraden aan KMO's en niet-beursgenoteerde bedrijven. Wel vinden ze IFRS zeer goed voor multinationals. Er zou dus een boekhoudstandaard ontwikkeld moeten worden die minder complex is dan IFRS en meer naar de praktijk is gericht voor niet-beursgenoteerde ondernemingen.