Neural effects after motor rehabilitation in persons with Multiple Sclerosis

Abstract

In deze review worden twee onderzoeksvragen opgesteld: (1) 'Wat zijn de neurale effecten na motorische revalidatie bij personen met Multiple Sclerose?', en (2) 'Welke imaging technieken worden gebruikt om neurale effecten na motorische rehabilitatie te evalueren bij personen met Multiple Sclerose?'. Dertien artikels werden geïncludeerd, waaronder twee cross-sectionele studies. In 10 van de 13 studies verbeterde de experimentele groep significant beter op klinische resultaten. Daarnaast, 12 van de 13 studies vonden significant neurale veranderingen in het voordeel van de experimentele groep. Enkele van deze significant neurale veranderingen waren: behouden microstructurele integriteit in de corpus callosum (CC) en corticospinale baan, een stijging van radiale diffusiviteit in de superieure longitudinale fasciculi, een stijging in het volume van de linker pallidum, een stijging van de fractionele anisotropie en een daling van de gemiddelde diffusiviteit in de CC, en een grotere absolute corticale verdikking in de anterieure cingulate gyrus, temporale pool, orbitale sulcus en de inferieure temporale sulcus. Vijf studies observeerden een significant middelmatige correlatie tussen klinische en neurale effecten. De meest frequente imaging techniek gebruikt, was de conventionele MRI, gevolgd door DTI en fMRI. De meest onderzochte parameters waren T2 laesies, hersenvolume, microstructurele integriteit en structurele connectiviteit. De meest voorkomende regio's onderzocht waren het supplementaire motor gebied en de CC.