De effectieve belastingvoet van Belgische grote ondernemingen voor en na de hervorming van de vennootschapsbelasting

Abstract

De hervorming van de vennootschapsbelasting introduceerde, onder andere, een gefaseerde verlaging van het nominaal tarief van de vennootschapsbelasting. In een eerste fase daalt de nominale belastingvoet van aanslagjaar 2018 naar aanslagjaar 2019 van 33,99% naar 29,58%. De nominale belastingvoet is de belastingvoet die zijn neerslag kent in de wet, de effectieve belastingvoet is de werkelijke belastingdruk die een onderneming ervaart. Het hoofddoel van deze scriptie is een onderzoek uit te voeren naar het effect van de verlaging van de nominale belastingvoet in de eerste fase op de effectieve belastingvoet. Gebaseerd op een dataset van 4388 Belgische grote ondernemingen vinden we empirisch bewijs dat grote ondernemingen hun effectieve belastingvoet in aanslagjaar 2019 zien dalen met 2,9% ten opzichte van aanslagjaar 2018. Bovendien wordt er doorgaans van een Big4 bedrijfsrevisor verondersteld dat deze een hogere auditkwaliteit levert dan een niet-Big4 bedrijfsrevisor, waardoor een onderneming mogelijkerwijs minder aan belastingontwijking zal doen. Desgevallend onderzoeken we ook in welke mate de aanwezigheid van een Big4 bedrijfsrevisor het effect van de verlaging van de nominale belastingvoet op de effectieve belastingvoet heeft verzwakt of versterkt. Over de hypothese dat het effect van de verlaging van de nominale belastingvoet op de effectieve belastingvoet versterkt wordt door de aanwezigheid van een Big4 bedrijfsrevisor kan geen uitspraak gedaan worden daar er geen significant effect geobserveerd wordt.