(On)beperkt (t)huis

Abstract

De centrale onderzoeksvraag van deze masterscriptie luidt: “Welke aspecten dragen bij tot het welbevinden van personen met een licht mentale beperking in kleinschalige woonvormen?”. Om een onderbouwd antwoord te bieden op de centrale onderzoeksvraag wordt allereerst de doelgroep geanalyseerd. Personen met een licht mentale beperking worden bestudeerd met de focus gericht op hun mogelijkheden, zonder hun beperkingen te negeren. Zij hebben vanaf een bepaalde leeftijd nood aan zelfstandigheid die men kan vinden door zelfstandig te gaan wonen. Meerderjarigen met een beperking hebben aangepaste rechten. Deze hebben vaak invloed op hun woonmogelijkheden waardoor dit in acht genomen wordt in het onderzoek. De veranderingen in de zorg sporen aan tot een groter thuisgevoel voor de bewoners. Het deel over thuisgevoel wordt opgedeeld in het belang van verbondenheid met een plek en het welbevinden van een persoon. Door de verschillende benaderingen met elkaar te vergelijken, kunnen er vijf aspecten uitgehaald worden die van belang zijn om een kleinschalige woonvorm te creëren waarin personen met een beperking zich goed voelen. Om de vijf aspecten met betrekking tot thuisgevoel meer te onderbouwen worden drie casestudies uitgevoerd. In de analyse wordt de nadruk gelegd op het thuis voelen voor de bewoners door de vijf aspecten onder de loep te nemen.

Het doel van dit onderzoek is om binnen een kleinschalig woonproject het thuisgevoel en welbevinden van personen met een licht mentale beperking optimaal te stimuleren.