Het verbod op commercieel draagmoederschap bekeken vanuit mensenrechtelijk en rechtsvergelijkend perspectief

Abstract

Koppels die zelf geen kinderen kunnen krijgen omwille van medische of andere redenen, kunnen hun kinderwens enkel vervullen via alternatieve wegen, zoals adoptie. Vaak wordt echter geopteerd voor (commercieel) draagmoederschap. Het Belgische recht kent tot op heden nog geen wettelijke regeling omtrent commercieel draagmoederschap, wat grote rechtsonzekerheid tot gevolg heeft. In deze masterscriptie wordt onderzocht of een wettelijk verbod op commercieel draagmoederschap zich opdringt in België, vanuit ethisch perspectief en vanuit het EVRM, het IVRK en het Handvest van de Grondrechten. Rechtsvergelijkend wordt geanalyseerd of eventueel de mogelijkheid bestaat om commercieel draagmoederschap naar analogie te regelen met adoptie, medisch begeleide voortplanting of andere bio-ethische wetten. Ook het recht van andere rechtsstelsels wordt onderzocht, zodat duidelijk wordt of de wetgever in België uit deze wetgeving inspiratie kan opdoen. Tot slot worden nog enkele kritische opmerkingen en bedenkingen geformuleerd.