Product governance in het effectenrecht: een evaluatie

Abstract

Deze scriptie gaat na hoe de nieuwe regels inzake product governance (MiFID II) geïmplementeerd zijn in de Belgische rechtsorde en wat de impact ervan is op de vier grootste Belgische kredietinstellingen. Dit onderzoek is van evaluatieve aard. De productgovernancebepalingen worden getoetst aan drie criteria: rechtszekerheid, doeltreffendheid, het vermijden van een disproportioneel inperkend effect. De resultaten van de evaluatie vloeit voort uit interviews afgenomen bij de vier grootste Belgische kredietinstellingen. De productgovernanceregels zijn regels ter bescherming van de belegger. In het eerste deel van deze masterscriptie werd de oorsprong, ratio legis en toepassingsgebied van MiFID II besproken. In een tweede deel werd ingegaan op de regels inzake product governance zelf. De ratio legis, het toepassingsgebied en de kritiekpunten werden er besproken. In het laatste deel werden de bepalingen geëvalueerd. Daaruit bleek dat de ze niet voldoen aan het rechtszekerheidscriterium. Het tweede criterium ging na of de productgovernancebepalingen doeltreffend zijn. Uit dit onderzoek blijkt dat zij overwegend doeltreffend zijn en in staat zijn om het centrale doel van de regeling (voorkomen van mis selling) te realiseren. Er waren evenwel ook indicaties die op een gebrek aan doeltreffendheid wezen. Het laatste criterium onderzocht of de productgovernancebepalingen een disproportioneel inperkend effect kunnen vermijden. Uit dit onderzoek blijkt dat zij daartoe niet in staat zijn.