Het opschorten van mensenrechten vanwege corona

Abstract

Sedert de uitbraak van het coronavirus in België is het dagelijks leven drastisch veranderd. De ‘lockdown’ en de daarmee gepaard gaande maatregelen hadden immers verregaande beperkingen van fundamentele rechten en vrijheden tot gevolg. Zo was eenieder er plots toe gehouden thuis te blijven. Werd het sociaal leven tot een ‘bubbel’ of een ‘knuffelcontact’ herleid. Werden scholen gesloten. En was er behoudens enkele uitzonderingen een samenscholingsverbod van kracht. Niet alleen de bewegingsvrijheid kwam daardoor in het gedrang, maar ook andere fundamentele rechten zoals het recht op eerbiediging van het privé-, familie- en gezinsleven, het recht op onderwijs, en het recht op vereniging en vergadering werden daardoor beperkt. Dergelijke inperkingen zijn overeenkomstig het EVRM in principe toegelaten, op voorwaarde dat ze ‘bij wet voorzien zijn’ – legaliteit, ‘een legitiem doel dienen’ – legitimiteit, én ‘noodzakelijk zijn in een democratische samenleving’ – noodzakelijkheid.