Het recht op persoonlijk contact tussen broers en zussen in rechtsvergelijkend perspectief

Abstract

Deze masterscriptie focust op de nieuwe wet van 20 mei 2021 betreffende de persoonlijke banden tussen broers en zussen. Het valt niet te ontkennen dat het broeder -en zusterschap een bijzonder dimensie heeft in onze maatschappij. Tot voor de wet van 20 mei 2021 werd er in de Belgische wetgeving weinig belang gehecht aan de band tussen broers en zussen. Door de wet van 20 mei 2021 is deze band nu wel wettelijke verankerd.

Deze masterscriptie zal trachten te analyseren wat de juridisch inhoudelijke meerwaarde van de wet is op het vlak van het recht op persoonlijk contact tussen broers en zussen. Vooreerst wordt geanalyseerd wie broers en zussen zijn. Bovendien voorziet artikel 375bis oud BW nu uitdrukkelijk in een recht op persoonlijk contact tussen broers en zussen. Bedoeling van de wetgever was om broers en zussen, net zoals ouders en grootouders een principieel recht op persoonlijk contact toe te kennen. Of de wetgever in zijn opzet is geslaagd blijft echter de vraag. Bovendien wordt onderzocht of het recht op persoonlijk contact door de familierechter kan worden geweigerd.

De juridisch inhoudelijke meerwaarde van deze wet zou betwist worden omwille van het feit dat er niet voorzien is in een principiële procesbekwaamheid in hoofde van de minderjarige broer en/of zus. Echter beschikt deze over meerdere mogelijkheden om een recht op persoonlijk contact te bekomen.

Tot slot wordt ieder onderdeel vergeleken met Frankrijk waar al geruime tijd erkenning wordt geven aan de band tussen broers en zussen.