Hoe meet je waardebehoud in een circulaire economie?

Abstract

Deze paper zoekt een antwoord op de vraag: “Hoe meet je waardebehoud in een circulaire economie binnen de textielsector?”. De gemiddelde Europeaan consumeert jaarlijks 26 kilogram textiel en produceert 11,3 kilogram textielafval, in totaal goed voor 5,8 miljoen ton afval per jaar in Europa. Daarvan gaat minder dan één procent naar hoogwaardige recyclage. Voor de productie en het transport van al dat textiel zijn er per persoon jaarlijks 1,3 ton primaire grondstoffen, 100.000 liter water en 700 vierkante meter land nodig. De impact op het leefmilieu en het klimaat is dus aanzienlijk (Vito, 2021). De textielindustrie is een vervuilende sector en is verantwoordelijk voor vijf procent van de afvalberg. (bron: MVO Nederland). Hierbij kan circulaire economie een oplossing bieden. Het doel van dit alternatief is om ervoor te zorgen dat de vervuiling binnen de textielsector vermindert door het zogenaamde “afval” - reeds gebruikte textiel - van de industrie een nieuw leven te geven. Door textiel te hergebruiken komt het terecht in een circulaire economie. Op die manier probeert men aan waardebehoud te doen. Deze paper focust zich op hoe het waardebehoud van textiel kan worden gemeten en welke indicatoren hiervoor gebruikt kunnen worden.