Pleegzorg in kinderrechtenperspectief

Abstract

In deze scriptie wordt de overeenstemming van het Vlaamse recht met betrekking tot de gerechtelijke maatregel voor pleegzorg getoetst aan een door internationale kinderrechten gecreëerd toetsingskader. Daarbij werd rekening gehouden met bepalingen uit het Verdrag inzake de Rechten van het Kind, het EVRM, het BUPO-Verdrag, de Declaration on Foster Placement and Adoption, de Guidelines on Alternative Care en de Resolutie inzake de Rechten van het Kind. Uit de evaluatie bleek dat de Vlaamse regelgeving niet altijd in overeenstemming is. Zo is de deelname van de minderjarige aan de besluitvorming en de evaluatie van de plaatsing onvoldoende gewaarborgd. Bovendien heeft de minderjarige onvoldoende toegang tot het dossier om aan de procedure te kunnen deelnemen. Deze scriptie nodigt echter uit tot onderzoek naar de toepassing ervan in de praktijk. Uit de evaluatie blijkt namelijk dat de naleving van het internationaal recht vaak afhangt van de toepassing ervan in een specifiek geval. Daarnaast is er nog verder onderzoek nodig om aanbevelingen te kunnen formuleren aan de Vlaamse en Belgische wetgever.