De wettelijke verankering van de ontbinding op kennisgeving in Boek 5 BW en de gevolgen voor het contractenrecht

Abstract

In deze masterscriptie wordt getracht een antwoord te formuleren op de vraag “Komt de Belgische wetgever door de wettelijke verankering van de ontbinding op kennisgeving tegemoet aan de onzekerheden betreffende de buitengerechtelijke ontbinding, die ontstonden onder het oud BW, en kan de manier waarop deze rechtsfiguur in de Nederlandse wetgeving invulling kreeg een oplossing bieden voor de huidige Belgische onzekerheden?”. In deze masterscriptie wordt een overzicht gegeven van de evolutie die de buitengerechtelijke ontbinding onder het oude BW doormaakte. Hierbij wordt in het bijzonder stilgestaan bij de interpretatie van art. 1184 oud BW en bij de arresten van het Hof van Cassatie die geleid hebben tot de erkenning van de buitengerechtelijke ontbinding op kennisgeving. Vervolgens worden de onzekerheden besproken geleid hebben tot de wettelijke verankering van de ontbinding op kennisgeving. Hierna wordt onderzocht of de wetgever deze onzekerheden kon oplossen met de wettelijke verankering van de ontbinding op kennisgeving. Er wordt ook nagegaan of de nieuwe wettelijke bepalingen in dit verband nieuwe onzekerheden met zich meebrachten. In Nederland werd de ontbinding op kennisgeving wettelijk verankerd in 1992. Dit onderzoek voert een rechtsvergelijking uit tussen België en Nederland. Hierna wordt nagegaan of de bepalingen in de Nederlandse wetgeving een oplossing kunnen bieden voor de onzekerheden die onder de huidige wetgeving nog bestaan met betrekking tot de ontbinding op kennisgeving.