Interoception and proprioception in fibromyalgia

Abstract

Achtergrond: Interoceptie en proprioceptie spelen een cruciale rol bij motorische controle, pijnperceptie en emotionele verwerking. Disfuncties in proprioceptieve en interoceptieve processen kunnen mogelijk een rol spelen in de pathofysiologie van FM.

Doel: Het doel van deze studie was om verschillen in interoceptie en proprioceptie tussen FM-patiënten en HC te onderzoeken.

Methoden: De FM-patiënten (n=26) en HC (n=26) ondergingen de ROD-taak om interoceptieve accuraatheid te meten, en de THISQ en ISAQ om interoceptieve gevoeligheid te meten. Proprioceptie werd beoordeeld met de CJPET en Postural Control Task. De two-sample t-test en rank-sum test werden gebruikt voor statistische vergelijkingen.

Resultaten: FM-patiënten vertoonden significant hogere scores op de F3 subschaal (p = .009) van de THISQ, er werden geen verschillen gevonden op de F1 (p = .120) en F2 (p = .386) subschalen. Bovendien scoorden FM-patiënten significant hoger op de F1-subschaal van de ISAQ (p = .012). Er werden geen significante verschillen gevonden in interoceptieve accuraatheid (p = .139). Daarnaast vertoonden FM-patiënten significant hogere RPW instabiele ratio's (p = .044) en gemiddelde herpositioneringsfouten in de CJPET (p = .027; .019). De RPW ratio's in de stabiele conditie vertoonden geen verschillen (p = .248).

Conclusie: FM patiënten zijn gevoeliger voor neutrale lichaamssensaties vergeleken met HC. Bovendien vertonen ze een grotere afhankelijkheid van enkelproprioceptie en cervicale gewrichtspositiefouten.