Gepersonaliseerde prijzen in de digitale economie: een juridische analyse van de toepassing en regulering in België en de Europese Unie

Abstract

Deze masterproef onderzoekt in welke mate het Belgische en Europese recht consumenten voldoende bescherming biedt tegen gepersonaliseerde prijszetting in de digitale economie. Gepersonaliseerde prijzen – waarbij het bedrag wordt aangepast op basis van gebruikerskenmerken zoals surfgedrag of profieldata – roepen belangrijke vragen op over transparantie, gelijkheid en gegevensbescherming. Na een economische en juridische afbakening worden in hoofdstuk III vier Europese instrumenten besproken: de Richtlijn oneerlijke handelspraktijken, de Richtlijn consumentenrechten, de Algemene Verordening Gegevensbescherming en de Moderniseringsrichtlijn. Casussen zoals Tinder, Uber en Wish tonen hoe gepersonaliseerde prijsstrategieën in de praktijk functioneren en tot ongelijke behandeling kunnen leiden. De analyse wijst op verschillende tekortkomingen in het bestaande kader, zoals het gebrek aan transparantie, de afwezigheid van een uniforme definitie en de versnippering van bevoegdheden. Hoofdstuk IV formuleert drie normatieve aanbevelingen: de invoering van een autonome Europese verordening, een duidelijke begripsafbakening en bijkomende informatieverplichtingen voor ondernemingen. Tot slot wordt gewezen op recente toezichtsacties die aantonen dat ook zonder gerechtelijke procedures effectieve gedragsverandering mogelijk is.