Artificiële intelligentie als auteur? Auteursrechtelijke dilemma’s bij audio- en visuele AI-ontwerpen. Analyse van de Belgische en Australische wetgeving.

Abstract

Artificiële Intelligentie (hierna: AI) heeft de voorbije jaren een enorme boost in populariteit gekend, waardoor steeds meer systemen ter beschikking zijn gesteld aan het brede publiek. Ee logisch gevolg hiervan is de toename in het gebruik ervan en, daarmee samenhangend, een stijging in het aantal werken die met behulp van AI worden gecreëerd. Omdat deze technologie razendsnel evolueert, rijst de vraag of de wetgeving dit tempo kan houden. Deze thesis heeft tot doel de wetgeving en rechtspraak met betrekking tot auteursrechten in België en Australië te analyseren en onderling te vergelijken. Centraal staat de vraag aan wie de auteursrechten op audio- en visuele AI-ontwerpen kunnen worden toegekend. Daarbij wordt onderzocht in hoeverre het AI-systeem zelf, de ontwikkelaar van het systeem, dan wel de eindgebruiker aanspraak kan maken op auteursrechtelijke bescherming. Ook worden de mogelijke implicaties onderzocht van het toekennen van het auteursrecht aan een van deze partijen. Daarnaast worden de auteursrechtelijke schendingen geanalyseerd die zich kunnen manifesteren tijdens de vijf ontwikkelingsfasen van AI-systemen.