Please use this identifier to cite or link to this item: http://hdl.handle.net/1942/13423
Full metadata record
DC FieldValueLanguage
dc.contributor.authorBAEKELAND, Christophe-
dc.date.accessioned2012-03-15T15:10:10Z-
dc.date.available2012-03-15T15:10:10Z-
dc.date.issued2011-
dc.identifier.citationTijdschrift voor wetgeving, 2011 (3), p. 198-234-
dc.identifier.issn1373-9743-
dc.identifier.urihttp://hdl.handle.net/1942/13423-
dc.description.abstractEen nauwgezette en duidelijk afgebakende grondwettelijke bevoegdheidsverdeling onder de verschillende staatsmachten is één van de belangrijkste voorwaarden voor een goede werking van de Belgische Staat. In principe kan hier niet van worden afgeweken. Toch kunnen er zich omstandigheden voordoen die op een snelle en efficiënte wijze moeten worden opgelost, waardoor een “uitzonderlijke” aanpak aangewezen lijkt. Concreet vertaalt zich dit in het feit dat de wetgevende macht één of meerdere van haar bevoegdheden tijdelijk “toewijst” aan de Koning. Steeds meer zoekt de federale wetgever (te veel) zijn heil in een dergelijke “attributie” en verliest hij hierbij vaak de grondwettelijke bevoegdheidsverdeling uit het oog. Zeker in de huidige situatie waarin België wereldwijd alle records breekt door meer dan één jaar na de federale verkiezingen van 13 juni 2010 nog steeds geen nieuwe regering te hebben. Om een impasse te voorkomen blijft de ontslagnemende regering aanhouden. Maar deze is uitsluitend bevoegd om “lopende zaken” af te handelen. Naar aanleiding van deze kafkaiaanse politieke toestand, die volgens sommige politici mogelijks tot 2014 zou kunnen duren 1 , stellen we ons vragen omtrent de bevoegdheden die een dergelijke regering kan uitoefenen en welke machten de wetgever binnen dit kader op een grondwetsconforme wijze kan “attribueren” aan de Koning. In een eerste deel behandelen we de grondwettelijke bevoegdheidsverdeling en het leerstuk van “lopende zaken”.We gaan na welke bevoegdheden een regering in deze periode nog kan uitoefenen en wat de wisselwerking is tussen enerzijds de normatieve bevoegdheid van de wetgevende macht en anderzijds de verordenende taak van de Koning.-
dc.language.isonl-
dc.title“De bijzondere machtenattributie binnen een periode van lopende zaken: een loopje met de grondwettelijke bevoegdheidsverdeling?”-
dc.typeJournal Contribution-
dc.identifier.epage234-
dc.identifier.issue3-
dc.identifier.spage198-
dc.identifier.volume2011-
local.bibliographicCitation.jcatA1-
local.type.refereedRefereed-
local.type.specifiedArticle-
dc.bibliographicCitation.oldjcatA1-
local.identifier.vabbc:vabb:324629-
item.accessRightsClosed Access-
item.fullcitationBAEKELAND, Christophe (2011) “De bijzondere machtenattributie binnen een periode van lopende zaken: een loopje met de grondwettelijke bevoegdheidsverdeling?”. In: Tijdschrift voor wetgeving, 2011 (3), p. 198-234.-
item.contributorBAEKELAND, Christophe-
item.fulltextNo Fulltext-
item.validationvabb 2012-
crisitem.journal.issn1373-9743-
Appears in Collections:Research publications
Show simple item record

Page view(s)

36
checked on Aug 25, 2023

Google ScholarTM

Check


Items in DSpace are protected by copyright, with all rights reserved, unless otherwise indicated.