Please use this identifier to cite or link to this item: http://hdl.handle.net/1942/13676
Full metadata record
DC FieldValueLanguage
dc.contributor.authorVAN DEN BERGH, Bart-
dc.date.accessioned2012-05-22T14:13:17Z-
dc.date.available2012-05-22T14:13:17Z-
dc.date.issued2012-
dc.identifier.citationRechtskundig weekblad, 2011-2012 (23), p. 1033-1036-
dc.identifier.issn1782-3463-
dc.identifier.urihttp://hdl.handle.net/1942/13676-
dc.description.abstractKrachtens art. 1348, tweede lid, 1° BW zijn de regels betreffende het bewijs met geschrift niet van toepassing op verbintenissen ontstaan uit oneigenlijke contracten. Een eenzijdige belofte is geen oneigenlijk contract in de zin van deze wetsbepaling, die dan ook niet van toepassing is op het bewijs van de betaling krachtens een eenzijdige belofte.-
dc.language.isonl-
dc.subject.otherVerbintenis; Eenzijdige wilsuiting; Bewijs; Niet toepasselijkheid van regels betreffende bewijs van oneigenlijke contracten-
dc.titleHet bewijs van betaling en de vraag of een verbintenis uit eenzijdige wilsuiting beschouwd kan worden als oneigenlijk contract-
dc.typeJournal Contribution-
dc.identifier.epage1036-
dc.identifier.issue23-
dc.identifier.spage1033-
dc.identifier.volume2011-2012-
local.bibliographicCitation.jcatA1-
local.type.refereedRefereed-
local.type.specifiedArticle-
dc.bibliographicCitation.oldjcatA2-
local.identifier.vabbc:vabb:340394-
item.validationvabb 2014-
item.fulltextWith Fulltext-
item.contributorVAN DEN BERGH, Bart-
item.fullcitationVAN DEN BERGH, Bart (2012) Het bewijs van betaling en de vraag of een verbintenis uit eenzijdige wilsuiting beschouwd kan worden als oneigenlijk contract. In: Rechtskundig weekblad, 2011-2012 (23), p. 1033-1036.-
item.accessRightsClosed Access-
crisitem.journal.issn1782-3463-
Appears in Collections:Research publications
Show simple item record

Google ScholarTM

Check


Items in DSpace are protected by copyright, with all rights reserved, unless otherwise indicated.