Please use this identifier to cite or link to this item: http://hdl.handle.net/1942/1891
Title: Multimodaal vervoer: economische, energetische en ecologische analyse. Toepassing : palletvervoer bij Vandersanden
Authors: CUYPERS, Evy
Advisors: LEMEIRE, F.
Issue Date: 2007
Publisher: UHasselt
Abstract: Vandaag de dag wordt België, en vooral Limburg, meer en meer beschouwd als dé logistieke poort van Europa. De centrale ligging van België met de faciliteiten van de Antwerpse haven en het dichtste wegennetwerk van Europa, zorgen ervoor dat België vooral vanuit West-Europa snel en makkelijk bereikbaar is. De inplanting van grote distributiecentra in ons land is dan ook niet verwonderlijk. Als gevolg van onze logistieke troeven is het totale goederenvervoer binnen onze landgrenzen de laatste decennia sterk toegenomen. De vervoersmodaliteiten die in België vooral worden aangewend voor het vrachtvervoer zijn het spoorvervoer, het transport via de weg en het goederenvervoer via de binnenvaart. In 2003 bedroeg het aantal tonkilometers van alle modi samen 49,42 miljard, een stijging met 66% ten opzichte van 1990. Vooral het wegvervoer neemt het grootste deel van het goederenvervoer voor zijn rekening met een aandeel van maar liefst 75 tot zelfs 80% van de totale transportactiviteiten. Het aandeel van het vervoer via het spoor en de binnenvaart is daarentegen eerder klein waardoor we kunnen concluderen dat er een groot onevenwicht heerst tussen de drie verschillende vervoerswijzen. De overheersende aanwezigheid van de vrachtwagen in de transportwereld veroorzaakt echter een groot aantal ongewenste neveneffecten, zoals milieuschade (klimaatverandering en luchtverontreiniging), congestie, ongevallen en schade aan het wegdek. De schadekosten die aan deze elementen verbonden zijn, worden meestal niet via het prijsmechanisme in rekening gebracht en bijgevolg afgewenteld op de maatschappij, andere landen of toekomstige generaties. Deze kosten worden daarom externe kosten genoemd. Uit de literatuur blijkt dat vooral het wegvervoer negatieve effecten met zich meedraagt, terwijl zowel het spoor als de binnenvaart minder belastend is voor de mens en zijn omgeving. Bovendien wordt door het verdrag van Kyoto het bewustzijn en de druk om de CO2-uitstoot te verminderen verhoogd. Aangetoond werd dat in de transportsector vooral de vrachtwagen een grote bijdrage levert aan deze emissies. Daartegenover staat dat het wegvervoer een zeer goede reputatie heeft wat betreft betrouwbaarheid, stiptheid en bereikbaarheid. Daar waar de vrachtwagen makkelijk kan inspelen op veranderende omgevingsfactoren en snel van deur-tot-deur kan navigeren, is het transport via het spoor of de binnenvaart eerder star en niet erg flexibel te organiseren. Aangezien elke vervoerswijze zijn eigen troeven en knelpunten heeft, wordt het multimodaal vervoer waarbij verschillende transportmodi gecombineerd worden, aanzien als een oplossing om de modale verschuiving van het wegvervoer naar het spoor of de binnenvaart waar te maken. Door de toepassing van het gecombineerd vervoer kunnen immers enkele actuele problemen van het wegvervoer zoals de verkeerscongestie en de milieubelasting gereduceerd worden en blijft toch ook de flexibiliteit van het wegvervoer behouden. Voorwaarde voor het dieper doordringen van het multimodaal transport in onze maatschappij is wel dat deze alternatieve vervoerswijze meer gestimuleerd moet worden. Ook in de literatuur vinden we deze stellingname terug. Men stelt hier dat om het slagen van het multimodaal vervoer te garanderen, we nog enkele stappen dienen te ondernemen in de toekomst. De verdere uitbouw van het terminallandschap behoort onder andere tot deze acties. Hierin zijn reeds enkele positieve maatregelen ondernomen door de bevoegde instanties. Sinds 2005 voorziet de federale overheid een subsidie voor binnenlands spoorvervoer met een minimumafstand van 50 km. Wat de binnenvaart betreft heeft de Vlaamse overheid het kaaimurenprogramma verlengd tot 2010. In deze eindverhandeling wordt bovendien het concept palletvervoer besproken. Palletvervoer is een bijzondere wijze van multimodaal vervoer waarbij de transporteenheid niet de container is maar een pallet beladen met goederen. De drie grote componenten in de multimodale vervoersketen, namelijk het voortransport, het hoofdtransport en het natransport, blijven hierbij wel behouden. Het voor- en natransport van de aankomst of bestemming tot de terminal wordt steeds afgelegd per vrachtwagen. Het hoofdtransport daarentegen vindt plaats over het spoor of via de binnenwateren. In de bespreking van het palletvervoer concentreren we ons echter vooral op het transport via de binnenvaart. Aansluitend op het hoofdstuk over het palletvervoer, wordt een analyse uitgewerkt voor steenproducent Vandersanden te Lanklaar. Vandersanden in Lanklaar is gelegen aan de Zuid-Willemsvaart en transporteert zijn bakstenen per pallet waardoor zij in aanmerking komen voor de vervoerswijze van palletvervoer via de binnenvaart. Nadat een algemene rentabiliteitsstudie wordt ontwikkeld die aandacht heeft voor zowel de economische als de energetische en ecologische aspecten van het binnenvaartpalletsysteem, worden deze analyses ook concreet toegepast op Vandersanden. Uit deze studie blijkt dat vooral de overslagactiviteiten en het natransport cruciale componenten vormen in de kostenberekening van het multimodaal vervoer. Hieruit kunnen we concluderen dat naar de toekomst toe vooral onderzoek moet gedaan worden naar nieuwe en efficiëntere overslagtechnieken die zowel de kost als de duur van het overslaan moeten verminderen. Ook een betere spreiding en inplanting van de binnenvaartterminals in België is wenselijk om het multimodaal transport als volwaardig transportalternatief te kunnen beschouwen. Bovendien wordt een ‘inventory-theoretic approach’ uitgewerkt die de haalbaarheid van het multimodaal palletsysteem nagaat rekening houdend met zowel de transportkosten als de voorraadkosten. De voorraadkosten werden immers in de drie analyses die hierboven reeds vernoemd werden niet in rekening gebracht. Deze ‘inventory-theoretic approach’ vergelijkt de haalbaarheid van het rechtstreeks wegvervoer en het multimodaal vervoer niet enkel vanuit het standpunt van Vandersanden. De benadering neemt de hele keten in beschouwing zodat ook de kosten die worden opgelegd aan de eindbestemmeling in rekening worden gebracht. Buiten deze twee benaderingen die gebruikt kunnen worden om de transportkosten van unimodaal en multimodaal wegvervoer te vergelijken, wordt in deze eindverhandeling de breakevenkromme of hyperbool geconstrueerd die aangeeft waar de eindschakel van het transportsysteem best gepositioneerd is om het multimodaal vervoer rendabel te maken. Bij deze constructie wordt aangetoond dat de eindbestemming best een bepaalde afstand van de verzender en de terminal verwijderd is opdat de kosten van het natransport niet te hoog zouden oplopen.
Notes: 3de jaar Handelsingenieur - major Operationeel management en logistiek
Document URI: http://hdl.handle.net/1942/1891
Category: T2
Type: Theses and Dissertations
Appears in Collections:Master theses

Files in This Item:
File Description SizeFormat 
cuypers.pdf8.37 MBAdobe PDFView/Open
Show full item record

Page view(s)

48
checked on Nov 7, 2023

Download(s)

22
checked on Nov 7, 2023

Google ScholarTM

Check


Items in DSpace are protected by copyright, with all rights reserved, unless otherwise indicated.