Na-isolatie door middel van gecombineerde spouwmuur- en binnenisolatie: vergelijkende analyse en selectie

Abstract

In het project Mutatie+ wil bouwbedrijf Van de Kreeke huurwoningen tijdens hun periode van leegstand renoveren tot bijna-energieneutraal. Deze masterproef onderzoekt hoe de muren van één van de proefwoningen van dit project langs binnen geïsoleerd kunnen worden. Dit brengt echter een aantal risico's met zich mee zoals het gevaar voor inwendige condensatie.

Aangezien er in de proefwoning een luchtspouw aanwezig is, wordt eerst gezocht naar een spouwmuurisolatie. Vervolgens wordt voor 10 binnenisolatiesystemen het al dan niet optreden van inwendige condensatie en de interactie met de gekozen spouwmuurisolatie geanalyseerd. Dit gebeurt aan de hand van stationaire Glaser-berekeningen en niet-stationaire simulaties via numerieke software. De systemen die slagen voor deze test worden verder met elkaar vergeleken in een multicriteria-analyse (MCA).

De spouwmuurisolatie heeft in het algemeen een positief effect op de binnenisolatie aangezien er minder kans is op inwendige condensatie door de verhoogde temperatuur in de wand. Voor de capillair actieve systemen betekent dit dat hun werking teniet gedaan wordt. Vergelijking van de Glaser-berekeningen met de simulaties toont aan dat de methode van Glaser in geval van verhoogde regenbelasting of voor capillair actieve systemen geen goede inschatting geeft. Op basis van de gekozen criteria en gewichten in de MCA blijkt dat een houten regelwerk met 80 mm rotswol in combinatie met PUR spouwmuurisolatie het meest geschikt is voor de proefwoning.