Please use this identifier to cite or link to this item: http://hdl.handle.net/1942/23177
Title: Belastingvoordelen aan niet-inwoners natuurlijke personen na de zesde staatshervorming gewikt en gewogen
Authors: NIESTEN, Hannelore 
Issue Date: 2016
Source: Algemeen fiscaal tijdschrift, 2016(11), p. 5-40
Abstract: De zesde staatshervorming gaat zonder twijfel de geschiedenisboeken in als het politiek akkoord waarmee de personenbelasting grondig werd gewijzigd en geregionaliseerd. Gewesten zijn sinds aanslagjaar 2015 exclusief bevoegd om belastingvoordelen in bepaalde domeinen te verlenen. De belasting van niet-inwoners natuurlijke personen maakt evenwel geen deel uit van de bevoegdheidsoverdracht en blijft ook na de zesde staatshervorming een exclusieve federale bevoegdheid. De toenemende internationale en Europese invloed, meer bepaald de bilaterale non-discriminatiebepalingen en de fundamentele verdragsvrijheden, maakt dat in de belasting van niet-inwoners natuurlijke personen (‘BNI/natuurlijke personen’) opnieuw belangrijke wijzigingen zijn doorgevoerd. Om aan deze supranationale normen tegemoet te komen, werken de uitgebreide gewestelijke regels in de personenbelasting door naar de belasting van niet-inwoners. Bepaalde categorieën niet-inwoners kunnen van deze uitgebreide gewestelijke belastingregels in de personenbelasting gebruik maken. Voor bepaalde niet-inwoners betekenen de gewijzigde spelregels dat zij geen recht meer hebben op bepaalde belastingvoordelen die tot de exclusieve bevoegdheid van de gewesten behoren. Deze bijdrage heeft tot doel een kritisch overzicht te schetsen van de belangrijkste wijzigingen in de BNI/natuurlijke personen na de zesde staatshervorming. In deze bijdrage beperken wij ons tot de Vlaamse regeling van de BNI/natuurlijke personen in het WIB 1992. Meer bepaald wordt dieper ingegaan op de vraag in welke mate niet-inwoners natuurlijke personen aanspraak kunnen maken op belastingvoordelen in België. Om de wisselwerking tussen de internationale spelregels en de regionalisering te kunnen kaderen, wordt allereerst kort teruggeblikt op de grote weerslag van de fundamentele verdragsvrijheden en hun weerslag op het gebied van de directe belastingen (punt 1). Het Hof van Justitie, in gebundelde kracht met de Europese Commissie, heeft systematisch de randvoorwaarden verduidelijkt waarin ongerechtvaardigde fiscale discriminatie een halt moet worden toegeroepen, wat belangrijk is voor de directe belastingen van natuurlijke personen. De door het Hof van Justitie omschreven criteria in het arrest Schumacker staan daarbij centraal. In punt 2 worden de krachtlijnen van de gewijzigde spelregels van de BNI/natuurlijke personen kritisch onder de loep genomen. Er wordt aandacht besteed aan de voorwaarden van belastingplicht, de nieuwe categorieën niet-inwoners, de gewestelijke lokalisatie van de niet-inwoners en de doorwerking van de dichotome personenbelasting in de BNI/natuurlijke personen. Daarnaast worden twee onderdelen van de gewijzigde spelregels (nl. de 75 %-inkomensgrens en de maatstaf van ‘beroepsinkomsten’) van de BNI/ natuurlijke personen aan het Unierecht getoetst. In punt 3 wordt dieper ingegaan op de belastingvoordelen waarop niet-inwoners aanspraak kunnen maken. In punt 4 wordt bijzondere aandacht besteed aan de vraag in hoeverre de nieuwe regeling van belasting van niet-inwoners de aantrekkelijkheid van het bijzonder belastingregime voor bepaalde buitenlandse kaderleden verder beperkt. Immers, het is van belang te kijken naar het verlies aan de belastingvoordelen bij een te hoog travelpercentage in vergelijking met de extra vrijgestelde buitenlandse werkdagen. Vervolgens wordt aan de hand van een kritische en genuanceerde analyse van een aantal onderdelen van de klassieke jurisprudentiële Schumacker-doctrine, beargumenteerd dat de Schumacker-doctrine op verschillende punten tekortschiet (punt 5.1.). Een alternatief wordt naar voren geschoven als mogelijke oplossing voor het verlies van belastingvoordelen door natuurlijke personen met grensoverschrijdende beroepsinkomsten (punt 5.2.). Vanuit het oogpunt van de goede werking van de interne markt wordt het beargumenteerd dat een harmonisatie van de nationale directe belastingwetgevingen voor natuurlijke personen zich opdringt. Zo zouden de woon- en werkstaat beter naar evenredigheid met de persoonlijke en familiale belastingvoordelen rekening moeten houden.
Document URI: http://hdl.handle.net/1942/23177
ISSN: 0772-6465
Rights: Wolters Kluwer – Algemeen Fiscaal Tijdschrift
Category: A1
Type: Journal Contribution
Validations: vabb 2018
Appears in Collections:Research publications

Files in This Item:
File Description SizeFormat 
AFT BNI HN 9.09 .pdf
  Restricted Access
Peer-reviewed author version934.02 kBAdobe PDFView/Open    Request a copy
AFT Hannelore Niesten.7-42.pdf
  Restricted Access
Published version668.55 kBAdobe PDFView/Open    Request a copy
Show full item record

Page view(s)

12
checked on Sep 5, 2022

Download(s)

4
checked on Sep 5, 2022

Google ScholarTM

Check


Items in DSpace are protected by copyright, with all rights reserved, unless otherwise indicated.