Het fiscaal legaliteitsbeginsel in de rechtspraak van het Grondwettelijk Hof (2005-2015)

Abstract

Het fiscale legaliteitsbeginsel, zoals gewaarborgd door de artikelen 170 en 172 van de Grondwet, neemt in de rechtspraak van het Grondwettelijk Hof een bescheiden plaats in. Het is aan de orde wanneer een wetgevende bepaing wordt verweten dat zij niet de essentiële elementen van een belasting vaststelt of ten onrechte een delegatie aan de uitvoerende macht verleent. Dat gebeurde in de afgelopen 10 jaar gemiddeld een viertal keer per jaar. In deze bijdrage bespreken we die rechtspraak. Na een korte inleiding (l.), schetsen we de grote lijnen van die rechtspraak, met ruimte aandacht voor het toepassingsgebied van de vermelde grondwetsbepalingen en het onderscheid tussen essentiële en niet-essentiële elementen (II.), gevolgd door een overzicht van de concrete toepassingen (III.). We gaan ten slotte korte in op de rol van het legaliteitsbeginsel bij lacunes in de wetgeving (IV.), gevolgd door enkele afrondende beschouwingen (V.).

Le principe de légalité fiscale, tel qu'il est garanti par les articles 170 en 172 de la Constitution, prend peu de place dans la jurisprudence de la Cour constitutionelle, il apparaît quand il est reproché à une disposition législative de ne pas déterminer les élements essentiels d'un impôt ou d'octroyer à tort une délégation au pouvoir exécutif. Au cours des 10 dernières années, cela s'est produit en moyenne quatre fois par an. Dans les lignes qui suivent, nous commentons cette jurisprudence. Après une courte introduction (I.), nous esquissons les grandes lignes de cette jurisprudence, en consacrant notre attention plus largemet au champ d'application des dispositions constitutionelles et à la distinction entre les éléments essentiels et non essentiels (II.), avant de donner un sommaire des applications concrètes (III.). NOus nous arrêtons ensuit brièvement au rôle du principe de légalité en cas de lacunes dans la législation (IV.), avant de proposer quelques considérations à titre de conclusion (V.).