Please use this identifier to cite or link to this item: http://hdl.handle.net/1942/23592
Title: Het Hof van Cassatie erkent een nieuwe persoonlijke zekerheid: de 'uitvoeringssterkmaking' (noot onder Cass. 24 maart 2016).
Authors: SAMOY, Ilse 
Issue Date: 2017
Source: Rechtskundig Weekblad, 80(31), p. 1220-1224.
Abstract: 1226-heet blijkens fotomateriaal een omstandige huwelijks-viering plaatsgevonden, samen met familie en vrienden;-wonen de huwelijkspartners samen in de gezinswoning te A. (oi cieus) tot in het najaar van 2006 (en oi cieel tot begin 2007), nu systematisch relatieproblemen en huwe-lijksmoeilijkheden opduiken, naar verluidt onder meer we-gens (1) i nanciĆ«le problemen; (2) het dominante en agres-sieve gedrag van G.V.D. (waarvoor politietussenkomsten nodig waren) en (3) de drang naar een zelfstandig leven van N.B. (die ook heimwee heet naar haar thuisland);-verlaten N.B. en S.V.D. (in het najaar van 2006) de ech-telijke woning om in eerste instantie te verblijven in een opvangtehuis en vervolgens in een huurwoning te Gent;-worden zodoende op verzoek in N.B. (van 23 maart 2007) dringende en voorlopige maatregelen in de zin van het oude art. 223 BW bevolen door de vrederechter te Zelzate bij vonnis van 15 mei 2007;-volgt nadien een echtscheiding bij vonnis van de Recht-bank van Eerste Aanleg te Gent van 22 februari 2011;-is onderhavige procedure tot nietigverklaring van het huwelijk door het openbaar ministerie gestart naar aan-leiding van het nationaliteitsdossier van N.B.;-betrof het weliswaar een moeilijke huwelijksverhouding met verschillende ups en downs, waarbij G.V.D. en N.B. aan elkaar een resem verwijten richten, zonder dat onbe-twistbaar kan worden uitgemaakt wie precies gelijk heet ;-is het huwelijk uiteindelijk (zoals zoveel huwelijken) gestrand door echtelijke moeilijkheden en een echtschei-ding in 2011, waarbij G.V.D. en N.B. elk hun eigen ver-haal brengen;-mag bij een en ander niet uit het oog worden verloren dat de procedure tot nietigverklaring van het huwelijk is gevolgd in een fase dat het huwelijk reeds was spaak gelo-pen, met alle nuance van dien op het stuk van verhoren en verklaringen;-zijn in casu noch het leet ijdsverschil van twaalf jaar noch de relatief snelle gang van zaken in de periode 2004-2005 noch de korte duur van de samenwoning en het hu-welijk doorslaggevend tot bewijs dat G.V.D. en/of (inzon-derheid) N.B. de wil om te huwen hebben geveinsd, enkel om een verblijfsrechtelijk voordeel te verkrijgen, verbon-den aan de staat van gehuwde. 6. In de voorliggende concrete omstandigheden heet de eerste rechter terecht besloten tot een gebrek aan af-doende bewijs van een schijnhuwelijk. Wanneer de echt-genoten, zoals in casu, een duurzame levensgemeenschap willen tot stand brengen, terwijl zij ook een verblijfsrech-telijk voordeel nastreven, gaat het niet om een schijnhu-welijk. De erkenning van het zoontje S.V.D. en de aansle-pende perikelen omtrent (1) de echtscheiding en (2) het ouderlijk gezag over en het verblijf van het zoontje S.V.D., illustreren veeleer duurzaamheid dan een huwelijk enkel om verblijfsrechtelijke doeleinden. 7. De eerdere (dei nitieve) echtscheiding staat een latere vordering van het openbaar ministerie tot nietigverkla-ring van dit huwelijk niet in de weg. De ontbinding van het huwelijk door echtscheiding werkt ex nunc en staat los van het al dan niet rechtsgeldige karakter van het huwelijk. De nietigverklaring van het huwelijk werkt ex tunc. Met de nietigverklaring van het huwelijk wordt in voorkomend geval en gebeurlijk onder bepaalde voorwaarden (1) het krachtens het huwelijk verkregen verblijfsrechtelijke voor-deel ongedaan gemaakt (ongeacht het tijdelijke dan wel duurzame karakter ervan) en (2) de krachtens het huwelijk verkregen Belgische nationaliteit afgenomen. Het open-baar ministerie blijt derhalve, niettegenstaande de ontbin-ding van het huwelijk door echtscheiding, belang (in de zin van de artt. 17-18 Ger.W.) vertonen bij een vordering tot nietigverklaring van het huwelijk. Zoals aangegeven, faalt deze vordering echter ten gronde. 8. Een en ander raakt de openbare orde, zodat de toet-sing aan het Surinaamse recht niet meer nodig is, omdat deze niet tot een ander besluit zou kunnen leiden. 9. Het hoger beroep kan niet slagen. ... Rechtbank van Koophandel te Gent Afdeling Dendermonde 2e Kamer-20 februari 2017 Voorzitter: de h. De Croock Rechters in handelszaken: de hh. Van Lancker en Hen-kens Advocaten: mrs. Ghysens, Alders en Heyndrickx Faillissement-Lopende overeenkomsten-Koop-overeen komst onroerend goed-Bijzondere voorwaar-den voor wederverkoop onroerend goed-(Niet-)tegen-werpelijkheid Bedingen in een koopovereenkomst m.b.t. een onroe-rend goed, die de koper een verbod opleggen om het on-roerend goed aan bepaalde personen of tegen een bepaalde prijs te verkopen, of die hem een verbod opleggen om het onroerend goed gedurende een bepaalde periode te ver-vreemden, strekken ertoe om langs obligatoire weg de be-schikkingsbevoegdheid van de koper-eigenaar te beperken. Dergelijke bedingen hebben geen zakelijke werking en zijn in geval van faillissement van de koper-eigenaar aan de curator niet tegenwerpelijk. Faillissement S. Van H. en J. Van de V., Intercommu-nale D.D.S. e.a.
Document URI: http://hdl.handle.net/1942/23592
ISSN: 1782-3463
Category: A1
Type: Journal Contribution
Validations: vabb 2021
Appears in Collections:Research publications

Files in This Item:
File Description SizeFormat 
published version.pdf
  Restricted Access
Published version162.87 kBAdobe PDFView/Open    Request a copy
Show full item record

Page view(s)

54
checked on May 19, 2022

Download(s)

18
checked on May 19, 2022

Google ScholarTM

Check


Items in DSpace are protected by copyright, with all rights reserved, unless otherwise indicated.