Please use this identifier to cite or link to this item: http://hdl.handle.net/1942/27887
Title: De vrijstelling voor 'soortgelijke weldadigheidsinstellingen': ruime of beperkende interpretatie
Authors: BONNE, Tom 
Issue Date: 2019
Source: Tijdschrift voor Bouwrecht en Onroerend Goed, 1, p. 23-31
Abstract: De eigenaar, bezitter, erfpachter, opstalhouder of vruchtgebruiker van onroerende goederen is in principe gehouden tot betaling van onroerende voorheffi ng in Vlaanderen. De decreetgever voorziet evenwel in een aantal vrijstellingen. Eén van deze vrijstellingen in de Vlaamse onroerende voorheffi ng zat t.e.m. aanslagjaar 2014 vervat in artikel 12, § 1 WIB 92, waarin eigenlijk de vrijstellingen voor de andere inkomstenbelastingen (bv. personenbelasting) zijn vastgelegd. Krachtens artikel 253, 1° WIB 92 werd deze vrijstelling ook van toepassing in de Vlaamse onroerende voorheffi ng. Inmiddels is deze vrijstelling in bijna identieke bewoordingen opgenomen in artikel 2.1.6.0.1, eerste lid, 1° van de Vlaamse Codex Fiscaliteit (VCF). Hierin wordt o.a. bepaald dat inkomsten van onroerende goederen of delen ervan die een belastingplichtige of bewoner zonder winstoogmerk heeft bestemd voor het vestigen van hospitalen, klinieken, dispensaria, rusthuizen, vakantiehuizen voor kinderen of gepensioneerden, of van andere soortgelijke weldadigheidsinstellingen, vrijgesteld zijn van onroerende voorheffi ng. Deze bepaling is om meerdere redenen voorwerp van discussie. Centraal in deze noot staat echter de problematiek betreff ende de interpretatie van het begrip ‘soortgelijke weldadigheidsinstellingen’. Hierbij zijn grosso modo twee interpretatiemethoden te onderscheiden, een ruime en een beperkende interpretatie. Onder invloed van de rechtspraak van het Hof van Cassatie leek tot voor kort de beperkende interpretatie aan de winnende hand. Het Grondwettelijk Hof deed met het arrest van 29 maart 2018 de discussie evenwel opnieuw herleven door zijn voorkeur te uiten voor de ruime interpretatie. Na een uiteenzetting van de historische context waarin het arrest van het Grondwettelijk hof vervolgens zal worden gesitueerd, volgt een kritische analyse van de ruime interpretatie. Tot slot worden enkele suggesties geformuleerd aan de Vlaamse decreetgever. Vermits de vrijstelling ook nog geldt in de andere inkomstenbelastingen en indirect in de onroerende voorheffi ng van het Waalse Gewest, zijn de conclusies van deze bijdrage ook relevant voor deze regelgevers. De focus ligt evenwel op de onroerende voorheffing in het Vlaamse Gewest.
Document URI: http://hdl.handle.net/1942/27887
ISSN: 1781-989X
Category: A1
Type: Journal Contribution
Validations: vabb 2021
Appears in Collections:Research publications

Files in This Item:
File Description SizeFormat 
document (13).pdf
  Restricted Access
Published version283.66 kBAdobe PDFView/Open    Request a copy
Soortgelijke weldadigheidsinstellingen- review (3).pdf
  Restricted Access
Peer-reviewed author version470.81 kBAdobe PDFView/Open    Request a copy
Show full item record

Page view(s)

36
checked on Sep 6, 2022

Download(s)

12
checked on Sep 6, 2022

Google ScholarTM

Check


Items in DSpace are protected by copyright, with all rights reserved, unless otherwise indicated.