Praktische vergelijking van energiesimulaties in statische en dynamische software voor niet-residentiële gebouwen

Abstract

Deze masterproef heeft als doel om een praktische vergelijking te genereren tussen de energiesimulatie in statische- en dynamische software. Er wordt gezocht naar de overeenkomsten en de verschillen tussen de twee soorten software aan de hand van een theoretische en een praktische vergelijking die gevoerd wordt op een niet-residentieel gebouw. Voor de statische software werd er gekozen voor de EPB-software van de Vlaamse overheid, voor de dynamische software werd er gekozen voor de Revit-software van Autodesk. De praktische vergelijking focust zich op het energieverbruik van niet-residentiële gebouwen waarbij er vooral gekeken wordt naar het jaarlijks primaire energieverbruik van 4 parameters: namelijk de verwarming, het SWW, de hulpenergie en de verlichting. De vergelijking van de verschillende simulaties wordt 3 maal uitgevoerd met verschillende warmte-opwekkers. Een eerste keer met een condenserende gasketel en een minimumaandeel aan hernieuwbare energie. Een tweede keer met een lucht-water warmtepomp en een derde keer met een bodem-water warmtepomp. Uit de simulaties blijkt dat er enorme verschillen in energieverbruik zitten tussen de EPB-software en de dynamische software in Revit. De verklaring hiervoor is de werkwijze waarop het HVAC-systeem in rekening wordt gebracht bij Revit. De Revit-software werkt met vooropgestelde templates voor het HVAC-systeem waarvan de gegevens niet openbaar zijn. Dit heeft als gevolg dat het HVAC-gedeelte niet overeenkomstig is en een vergelijking niet uitgevoerd mag worden.