Please use this identifier to cite or link to this item: http://hdl.handle.net/1942/30945
Title: Discretionaire bevoegdheid, kennelijke onredelijkheid, marginale toetsing, schadevergoeding na vernietigingsarrest van de Raad van State… : de spelregels van het bestuursrecht”, noot onder Antwerpen 31 januari 2013
Authors: LONCKE, Elsbeth 
Issue Date: 2014
Source: Limburgs Rechtsleven, 2014 (1) , p. 26 -35
Abstract: 17 de kamer burgerlijke zaken-31 januari 2013 Zetel: A. Winants, voorzitter; R. Hobin, raadsheer en I. Cuypers, plaatsvervangend raads-heer. Pleiters: Mrs. A. Van Uytven loco J. Stijns en G. Craybex. Inzake: 2009/AR/2026-R. BVBA / Gemeente X. Aansprakelijkheid-Overheidsaansprakelijkheid-Discretionaire bevoegdheid-Vernie-tigingsarrest Raad van State-Fout-Schade-Causaal verband-Speelautomatenhal Overeenkomstig art. 34 van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers, moet de uitbating van een speelautomatenhal geschieden krachtens een convenant dat voorafgaandelijk wordt gesloten tussen de gemeente van vestiging en de uitbater. De beslissing om een dergelijk convenant te sluiten behoort tot de discretionaire bevoegdheid van de gemeente. Daarna dient de uitbater een uitbatingsvergunning van de kans-spelcommissie te bekomen. De Raad van State schorst en vernietigt twee beslissingen van de gemeente X tot weigering van afsluiting van een dergelijk convenant. Vernietigingsarresten van de Raad van State hebben een erga omnes gezag van gewijsde. Het noodzakelijk ondersteunend motief voor de vernietiging dat ook gezag van gewijsde heeft, is de schending van de motiveringsplicht. Deze schending is een fout in de zin van artikel 1382 BW waarvan het bestaan bewezen is door de bedoelde arresten van de Raad van State. Het gegeven dat de nietigverklaring betrekking heeft op een beslissing genomen door de administratieve overheid in het raam van een haar toegekende discretionaire bevoegdheid doet aan het bestaan van deze bewezen fout niets af. Ook een dis-cretionaire bevoegdheid moet binnen een wettelijk kader uitgeoefend worden. Omtrent het causaal verband met de beweerde schade stelt de gemeente dat, vermits het afsluiten van een convenant onder de discretionaire bevoegdheid van de gemeente ressorteert, het niet vaststaat dat bij een rechtmatig handelen een convenant zou zijn gekozen. Met deze theoretische benadering van het causaal verband gaat de gemeente X echter volledig voorbij aan de concrete omstandigheden die hierin bestaan dat ze na de vernietiging van de twee weigeringsbeslissingen wel degelijk een convenant heeft afgesloten en de kansspelcommissie vervolgens ook de vergunning heeft afgeleverd. Deze handelswijze bewijst meteen het causaal verband tussen de fout en de schade volgend uit de verplichte sluiting van de inrichting. (…) I. Antecedenten Bij dagvaarding betekend op 22.12.2003 vorderde de R. BVBA betaling van diverse scha-devergoedingen van de Gemeente X ingevolge twee beweerd onrechtmatig getroffen be-slissingen die tot gevolg hadden dat ze haar kansspelinrichting (een speelautomatenhal) gedurende diverse periodes niet heeft kunnen uitbaten. Er werd tevens betaling gevraagd van e 8.749 voor advocatenkosten. In rechte werd ge-steund op artikel 1382 BW. this jurisquare copy is licenced to Universiteit Hasselt
Document URI: http://hdl.handle.net/1942/30945
ISSN: 2032-7803
Category: A1
Type: Journal Contribution
Appears in Collections:Artistic/designerly creations
Research publications

Files in This Item:
File Description SizeFormat 
LiRe 2014, nr. 1, 23-35.pdf
  Restricted Access
Published version106.85 kBAdobe PDFView/Open    Request a copy
Show full item record

Page view(s)

32
checked on Sep 7, 2022

Download(s)

38
checked on Sep 7, 2022

Google ScholarTM

Check


Items in DSpace are protected by copyright, with all rights reserved, unless otherwise indicated.