Please use this identifier to cite or link to this item:
http://hdl.handle.net/1942/33074
Title: | Staatssteun en tax rulings: wie ziet nog het bos door de bomen? | Authors: | LEROY, Julie | Issue Date: | 2020 | Publisher: | Intersentia | Source: | Tijdschrift voor Fiscaal Recht (Gedrukt), 2020 (592) , p. 1075 -1094 | Abstract: | In het verleden stonden veel fiscalisten slechts in beperkte mate stil bij de rol van de staatssteunregels, zeker in de directe belastingen. Bijgevolg trok de fiscale wereld argusogen toen de Europese Commissie (EC) in 2013 startte met het toetsen van nationale tax rulings aan artikel 107 VWEU. Daarbij viseerde de Europese Commissie bovendien bekende namen zoals Apple en Starbucks. De EC opende eveneens een onderzoek naar het Belgische Excess Profit Ruling (EPR)-stelsel. De standpunten verdedigd door de EC zorgden voor veel discussie. Zo werd aangevoerd dat de EC de grenzen van haar bevoegdheid overschreed. Er werden ook vragen gesteld over het gebruik van het zakelijkheidsbeginsel door de EC in haar besluiten. Verschillende terugvorderingsbesluiten van de EC werden bijgevolg aangevochten voor de EU-rechter. In 2019 verschenen de eerste arresten van het Gerecht van eerste aanleg EU (Ger.EU.). Die arresten kenden een gemengde uitkomst. In Starbucks vernietigde het Ger.EU het terugvorderingsbesluit. De EC had volgens het Ger.EU niet bewezen dat de betrokken tax ruling een voordeel in de zin van artikel 107, 1. VWEU verleende aan Starbucks. Daarentegen verwierp het Ger.EU het beroep tot nietigverklaring in Fiat. Recent verscheen ook het langverwachte arrest van het Ger.EU in de Apple-zaak. In lijn met de voorgaande arresten, herhaalde het Ger.EU dat de EC bevoegd is om een tax ruling te toetsen aan artikel 107, 1. VWEU en daarbij het zakelijkheidsbeginsel kan gebruiken. Net als in de Starbucks-zaak ging de EC echter de mist in bij het vervullen van haar zware bewijslast. De EC kon niet bewijzen dat de betwiste tax rulings een voordeel in de zin van artikel 107, 1. VWEU verleenden aan Apple. Het Ger.EU vernietigde dus het terugvorderingsbesluit van de EC. Tot slot werd ook het terugvorderingsbesluit in de Excess Profit Rulings (EPR)-zaak nietig verklaard door het Ger.EU. De EC slaagde er niet in om haar visie hard te maken dat het EPR-stelsel een steunregeling is. De terugvorderingsbesluiten van de EC hadden echter niet enkel een impact op EU-niveau. De steunverlenende lidstaten moesten de – volgens de EC – onrechtmatige staatssteun terugvorderen bij de begunstigde ondernemingen. In de Belgische Excess Profit Rulings-zaak stelden verschillende ondernemingen een bezwaar in tegen de fiscale aanslag waarmee hun staatssteun werd teruggevorderd. Sommigen stelden bijkomend een vordering in bij de nationale rechter. Deze bijdrage bespreekt de vier arresten van het Ger.EU en hun gevolgen op nationaal niveau, in het bijzonder voor de betrokken ondernemingen. Daarbij wordt ook stilgestaan bij de nationale procedures. Op die manier krijgt de lezer een kritisch overzicht van de meest recente evoluties in het debat over staatssteun en tax rulings. | Document URI: | http://hdl.handle.net/1942/33074 | ISSN: | 2031-8219 | Category: | A1 | Type: | Journal Contribution | Validations: | vabb 2022 |
Appears in Collections: | Research publications |
Files in This Item:
File | Description | Size | Format | |
---|---|---|---|---|
Gepubliceerde versie.pdf Restricted Access | Published version | 311 kB | Adobe PDF | View/Open Request a copy |
Items in DSpace are protected by copyright, with all rights reserved, unless otherwise indicated.