Please use this identifier to cite or link to this item:
http://hdl.handle.net/1942/33369
Title: | Grondlagen vol schuld en boete. Over 'Amen' van Marcel Möring. | Authors: | GIELIS, Sofie | Issue Date: | 2020 | Source: | Dietsche Warande en Belfort, | Abstract: | Grondlagen vol schuld en boete. Over Amen van Marcel Möring. Sofie Gielis Sag mir wo die Mädchen sind, wo sind sie geblieben? Sag mir wo die Mädchen sind, was ist geschehen? Marlene Dietrich Weet u hoe Boeddha naar het hiernamaals vertrekt? Languit liggend. Een hand op een heup, de andere onder zijn hoofd. Glimlachend. Dat-en nog veel meer-leerde ik uit Amen van Marcel Möring. Een compact boek waarover het laatste woord moeilijk te zeggen valt. In de naam van de vader Samuel Hagenau is zelfstandig archeoloog. Dat klinkt chiquer dan het is, want in de praktijk betekent het dat hij als interimkracht wordt ingezet op opgravingssites. Hij heeft weinig te sturen in zijn werk, voert uit wat van hem verwacht wordt binnen een door een ander bepaald kader. Zo werkt hij mee aan de opgravingswerken op Kamp Westerbork. Een plaats met een rechtstreekse verbinding met de vergasinstallaties en ovens van Sobibor. Ook een deel van Hagenaus eigen familie volgde die lijn en verdween. Na de oorlog kreeg het kamp andere invullingen: eerst werden er landverraders ondergebracht, later Molukkers. Bovendien werd het als herinneringssite een geconstrueerde hutsepot van niets met de eigenlijke geschiedenis van de plek te maken hebbend ergs. 'Als ergens in de wereld iets ergs gebeurt, wordt het hier herdacht met kaarsenoptochten en sip kijkende schoolkinderen, want erg is erg en er zijn geen verschillende soorten erg.' Terwijl de kleine vondsten in de bodem (een linkerschoen waarvan de rechter wellicht in een Pools vernietingskamp ligt, verroeste huissleutels die tot het laatste moment bewaard werden omdat ze een thuis suggereerden, een plaats om naar terug te keren) net getuigen van het allerergste. Van onuitsprekelijk kwaad. Ontmenselijkt leed veroorzaakt door mensen, aan andere mensen. Tijdens een middagpauze maakt Hagenau een wandeling door het natuurgebied rondom de kampsite. Hij botst er op het uitgebrande wrak van een auto, waarop hij, 'pathologisch nieuwsgierig naar het verborgene', doet wat niemand doet: hij kijkt wat eronder ligt. Er is inderdaad iets aan het oog onttrokken: onder het wrak blijkt een lijk te liggen. Een al jaren vluchtende RAF-terrorist stierf er in de rituele houding van de liggende Boeddha. Het politieonderzoek dat volgt, doet Hagenaus aardlagen schuiven en botsen. En trekt zijn naar binnen gerichte blik de buitenwereld in. Het lijk roept onverwachte vragen op. Wie staat er ooit stil bij het lot van vergrijzende terroristen? Ze dragen hun misdaad mee als een tatoeage: het past bij je imago op je twintigste, maar hoe leef je ermee op je zeventigste? Wat gebeurt er als je | Document URI: | http://hdl.handle.net/1942/33369 | ISSN: | 0012-2645 | Datasets of the publication: | https://www.elkedagboeken.be/dw-b/literaire-kritieken/grondlagen-vol-schuld-en-boete-over-amen-van-marcel-m%C3%B6ring | Category: | A2 | Type: | Journal Contribution |
Appears in Collections: | Research publications |
Files in This Item:
File | Description | Size | Format | |
---|---|---|---|---|
hb_DWB_web_november_2020_Sofie_Gielis_over_Marcel_Moring.pdf | Published version | 113.19 kB | Adobe PDF | View/Open |
Items in DSpace are protected by copyright, with all rights reserved, unless otherwise indicated.