Studeren met een functiebeperking in het hoger onderwijs: autismespectrumstoornis

Abstract

Steeds meer studenten met autismespectrumstoornis (ASS) starten aan het hoger onderwijs. Echter behalen deze studenten minder vaak een diploma dan leeftijdsgenoten zonder ASS. Daarom onderzocht deze studie hoe studenten met ASS hun hogere studies ervaren en hoe ze ondersteund kunnen worden. Ten eerste wordt een online vragenlijst afgenomen bij 36 studenten met ASS. Na kwantitatieve analyse van deze resultaten, worden de belangrijkste bevindingen uitgediept tijdens een focusgroep met studenten met ASS en een interview met de zorgcoördinator van de UHasselt. Onze studie toont aan dat studenten met ASS zowel academische sterktes als zwaktes herkennen bij zichzelf. De belangrijkste sterktes zijn oog voor detail en fascinatie voor bepaalde vakken. De grootste academische zwaktes zijn moeilijkheden met studieplanning, onverwachte veranderingen en het verwerken van grote hoeveelheden nieuwe leerstof. Opvallend veel van de deelnemende studenten met ASS lijden aan mentale gezondheidsproblemen. De beschikbare academische ondersteuning blijkt beperkt te zijn. De meest nuttige ondersteuning volgens de deelnemers zijn meer tijd voor het maken van examens, opnames van lessen en een buddysysteem. Tot slot besluiten we dat studenten met ASS vragende partij zijn voor georganiseerde ontmoetingen met medestudenten met ASS, hulp bij het begrijpen van abstracte en dubbelzinnige concepten, meer tijd om taken te maken, examens maken in een prikkelarme omgeving en een cursus rond stressmanagement.