Please use this identifier to cite or link to this item: http://hdl.handle.net/1942/36389
Title: De paradox van het samenwerkend contracteren
Authors: LANCKSWEERDT, Eric 
Issue Date: 2021
Source: De juristenkrant (Deurne), 2021 (434) , p. 13 -13
Abstract: In deze reeks reflecteert erIc lancksweerdt maandelIjks over rechtspraktIjk en ethIek. alledaagse ethiek Column I n de engelstalige rechtswereld maken de zogenaamde 'conscious contracts' sedert enkele jaren op-gang. ook in nederland, en in beperkte mate in ons land, duikt het fenomeen op. men spreekt dan van 'bewust' of 'duurzaam' contracteren. dat houdt in dat de partijen vertrekken vanuit hun gezamenlijke waarden om, in een geest van partnerschap, openheid en wederzijds vertrouwen, op een creatieve wijze hun samenwerking juridisch vorm te geven. de insteek is niet het uitwerken van een omstandige regeling over alle eventualiteiten die zich zouden kunnen voordoen (en het afwentelen van de daarmee gepaard gaande risico's op de ander), maar te komen tot een relatief kort, eenvoudig, goed leesbaar contract met afspraken over datgene waar het de betrokkenen werkelijk om te doen is. duurzaam contracteren zet men vooral in wanneer de partijen een duurzame samenwerkingsrelatie willen aangaan, of als het in stand houden van een goede onderlinge verhouding belangrijk is. denk bijvoorbeeld aan twee of meer zakenpart-ners die een langdurige commerciële coöperatie willen starten, artsen die een groepspraktijk zullen begin-nen, allerlei nieuwe vormen van cohousing, arbeidscontracten, enz. Bij duurzaam contracteren is niet al-leen het uiteindelijke contract belangrijk, maar ook het proces ernaartoe. de partijen treden eerst in een open en diepgaand gesprek over hun waarden, visie, belangen en (gezamenlijke) streefdoelen, om van daaruit hun contract vorm te geven. naast het 'wat' en 'hoe' van hun samenwerking krijgt ook het 'waarom' een plaats. tijdens die dialoog, die vaak wordt begeleid door een bemiddelaar of iemand die een bemid-delende rol opneemt, krijgen verstand, gevoel en intuïtie een plek. het klinkt misschien allemaal aantrek-kelijk, maar toch plaatsen de duurzame contracten de jurist voor moeilijke keuzes. het 'duurzaam contract' confronteert juristen die werken in opdracht van een cliënt (bijvoorbeeld ad-vocaten) of een organisatie (bijvoorbeeld bedrijfsjuristen) met nogal wat spanningsvelden. houdt het bij-staan van een partij niet in de eerste plaats in dat men opkomt voor haar belangen en de risico's voor haar probeert te beperken of ze zelfs op de andere partij af te wentelen? rekening houden met de belangen van de ander, of komen tot een evenwichtige risicoverdeling en een rechtvaardig, billijk contract is misschien niet wat iedere opdrachtgever wil of verwacht. maar er is meer. Bestaat een van de wezenlijke taken van de jurist er niet juist in te zorgen voor rechtszekerheid, net zoals een arts instaat voor de gezondheid van mensen? en impliceert dat niet dat ieders verbintenissen omstandig en gedetailleerd worden uitgeschre-ven, zodat men een antwoord klaar heeft op alle mogelijke situaties die zich kunnen voordoen? zelfs al is de kans dat het misgaat niet groot, een contract is toch juist bedoeld om dan als een soort vangnet te fungeren? als bij duurzame contracten het wederzijds vertrouwen dan toch voorop staat, kunnen enkele mondelinge afspraken die worden beklonken met een eenvoudig handjeklap dan niet volstaan? wordt de inbreng van de jurist dan niet simpelweg overbodig? en hoe zit het met de beroepsaansprakelijkheid als het misloopt en de jurist naliet om contractueel alles netjes vast te leggen? er rijzen nog vragen. doet de jurist er goed aan om op een open manier informatie te verstrekken? wie dat doet stelt zich kwetsbaar op en kan de eigen onderhandelingspositie verzwakken. Behoort het tot de taak van de jurist om zich in te laten met waarden, want recht en ethiek zij toch gescheiden? moet de jurist zorg dragen voor relaties, terwijl er al zoveel andere professionals zijn die daarvoor instaan (communicatiespecialisten, organisatie-deskundigen,…)? en moet je eventueel kosten gaan maken voor een neutrale derde die het totstandko-mingsproces van het duurzaam contract begeleidt? niettegenstaande deze vragen hebben duurzame contracten de toekomst voor zich. zij zijn emblema-tisch voor een nieuwe rechtspraktijk waarin naast het juridische ook ruim plaats is voor ethiek, relaties, creativiteit, communicatie, billijkheid en de werkelijke belangen van de partijen. de klassieke benadering van het opstellen van contracten is doordesemd met een geest van wantrouwen en angst. In een nieuwe rechtspraktijk staan vertrouwen en samenwerking voorop. we hoeven niet van het ene uiterste in het an-dere te vervallen, maar kunnen zoeken naar nieuwe evenwichten tussen de beide benaderingen. het beste van twee werelden combineren. juristen kunnen perfect hun talenten en vaardigheden inzetten om op een andere manier overeenkomsten op te stellen, al vraagt dat vaak een andere manier van denken en werken. daar zijn we aan toe. het is immers nog maar de vraag of cliënten of opdrachtgevers zitten te wachten op ellenlange, ingewikkelde, op wantrouwen gestoelde contracten die ze maar half begrijpen. zijn ze niet veel meer geïnteresseerd in goede, praktische, eenvoudige, op waarden gesteunde oplossingen dan in allerlei problemen die zich mogelijk ooit zouden kunnen voordoen? denken in termen van rechtszekerheid en mo-gelijke problemen is kenmerkend voor juristen, maar daarom is dat nog niet de benadering van de con-tractspartijen zelf. de prijs voor absolute zekerheid is dat we het leven verstikken. en is er iemand die dat werkelijk wil? Prof. Dr. Eric Lancksweerdt, hoofddocent UHasselt en UGent De paradox van het samenwerkend contracteren van het non-discriminatiebeginsel uit artikel 18 VWEU. Zo'n schending kan echter gerecht-vaardigd worden. Het Hof van Justitie ziet zeer strikt toe op rechtvaardigingen die lidstaten inroepen bij belemmeringen van toegang tot hoger onderwijs, maar heeft de bescherming van de volksgezondheid als rechtvaardigings-grond al aanvaard. Het maximumquotum van niet-verblijvers dat de Franse gemeenschap hanteert voor de opleiding dierengeneeskun-de doorstond immers de toets van het Hof van Justitie en het Grondwettelijk Hof op basis van die rechtvaardigingsgrond. De Vlaamse rege-ring zou een gelijkaardige beperking dus toch kunnen overwegen. Ter conclusie, het recht op hoger onderwijs en het Europees recht zijn belangrijke rechten waarover onder meer het Grondwettelijk Hof, het EHRM en de Raad van State streng waken. Toch is het mogelijk om onder bepaalde voorwaarden een toegangsbeperking, zoals een toelatingsexamen dierengeneeskunde in te voeren. De Vlaamse decreetgever kan daar-bij onder bepaalde voorwaarden zelfs verder gaan dan de Vlaamse regering inschatte en een strengere toegangsbeperking invoeren voor buitenlandse studenten. Elise Myin is master in de rechten. Minister van Onderwijs Weyts beroept zich op de doelstelling de kwaliteit van de opleiding te bewaken, die in gevaar zou worden gebracht door het te groot aantal studenten. © Bob Van Mol delijkt zodat de keuze op de juiste manier gerechtvaardigd kan worden. Ook de standstill -verplichting vereist een rechtvaardiging, gebaseerd op feiten. De invoering van een toelatingsexamen is immers een aanzienlijke verlaging van het bestaande toegangsniveau. Kortom, de invoering van een toelatingsexa-men dierengeneeskunde is mogelijk op voor-waarde van een grondige en onderbouwde rechtvaardiging, wat al deels gebeurd is in de visienota. Toch zullen nog bepaalde elemen-ten verder aangetoond en verantwoord moe-ten worden, zoals de huidige ondermaatse on-derwijskwaliteit en de keuze tussen numerus clausus en numerus fixus. EuropEEs rEcht Een van de redenen voor het invoeren van een toelatingsexamen dierengeneeskunde is het willen beperken van het aantal buitenlandse studenten, aldus minister Weyts. De Vlaamse regering kiest echter niet voor een instroom-beperking van enkel buitenlandse studenten. In haar visienota merkt ze immers op dat dit moeilijk te verenigen is met het Europese recht. Het voorbeeld van de Franse gemeen-schap toont evenwel aan dat een beperking van niet-verblijvers in bepaalde omstandig-heden mogelijk is. Een zuivere toegangsbe-perking is inderdaad een ab initio schending wilt u reageren op iets wat u in de krant hebt gelezen? of wilt u zelf een prangend juridisch-maatschappelijk thema aankaarten? hebt u een interessant arrest of vonnis dat u wilt signaleren? stuur dan uw opiniebijdrage of lezersbrief naar juristenkrant@wolterskluwer.com of De Juristenkrant, Motstraat 30, 2800 Mechelen. de redactie mag opiniebijdragen en lezersbrieven inkorten, redigeren of weigeren. Reageren Kan! De huidige ondermaatse onderwijskwaliteit en de keuze tussen numerus clausus en numerus fixus, zullen nog verder aangetoond en verantwoord moeten worden.
Document URI: http://hdl.handle.net/1942/36389
ISSN: 1374-3538
Category: M
Type: Journal Contribution
Appears in Collections:Research publications

Files in This Item:
File Description SizeFormat 
De paradox van het samenwerkend contracteren.pdf
  Restricted Access
Published version517.61 kBAdobe PDFView/Open    Request a copy
Show full item record

Page view(s)

30
checked on Sep 7, 2022

Download(s)

16
checked on Sep 7, 2022

Google ScholarTM

Check


Items in DSpace are protected by copyright, with all rights reserved, unless otherwise indicated.