Zin en onzin van een omstandige geneeskundige verklaring in het kader van een rechterlijke beschermingsmaatregel

Abstract

Rechtspraak van deze letterlijke tekst zich opdringt op een klare en dui-delijke wijze aan elke lezer en er geen reden is voor enige in-terpretatie. Het woord "erkende" slaat onmiskenbaar op het woord "arts". Dit heeft niet tot gevolg dat ook de psychiater dient erkend te worden zodat heden, ondanks het gegeven dat er nog geen besluiten werden genomen aangaande de procedures en erkenningsvoorwaarden van de gewone art-sen, elke psychiater bevoegd is om een omstandige genees-kundige verklaring in de zin van artikel 1241, § 1 Ger.W. De overwegingen van het OCMW Rotselaar dat het wense-lijk zou zijn dat ook "gewone" artsen nog de omstandige geneeskundige verklaringen kunnen opstellen, doet geen afbreuk aan het gegeven dat de wetgeving tot op heden niet werd aangepast vermits de nodige besluiten dienaangaande door de wetgever niet uitgevaardigd werden. De rechtbank betreurt dit gebrek aan wetgevend initiatief van de wetge-vende macht ten zeerste doch komt het niet toe aan de recht-bank om de inertie van de wetgever de remediëren.-Betreffende de toelaatbaarheid Het OCMW Rotselaar stelt dat het niet bijbrengen van een omstandige geneeskundige verklaring niet tot gevolg heeft dat de vordering niet toelaatbaar is. Het plaatsen van een persoon onder een gerechtelijk bewind houdt in dat deze persoon zijn gemeenrechtelijke bekwaam-heid en het recht om zijn vermogen zelf te beheren, verliest. Dit moet verantwoord worden omwille van medische rede-nen die voorafgaand aan de indiening van het verzoek zijn vastgesteld. De wetgever heeft echter geoordeeld dat het niet bijbrengen van deze omstandige geneeskundige verklaring bij de indiening van het verzoek, door de rechter gedekt kan worden door het bevelen van een deskundig onderzoek in geval van nood of absolute onmogelijkheid om de genees-kundige verklaring bij te voegen. Indien geoordeeld wordt dat deze niet aanwezig is, is de vordering nog steeds niet toelaatbaar. De rechtbank treedt in deze het standpunt van de vrederechter bij dat anders oordelen een verregaande, niet verantwoorde, inbreuk op het privéleven zou inhouden. De vrederechter heeft terecht vastgesteld dat in onderhavig dossier geenszins sprake kan zijn van een nood of absolute onmogelijkheid om de geneeskundige verklaring bij te voegen. Er wordt niet aangetoond dat er pogingen werden ondernomen om over te gaan tot een onderzoek van de te beschermen persoon door een psychiater of dat deze dien-aangaande hierom verzocht werd. Dit wordt overigens niet betwist.