Is er een toekomst voor Antigoon in fiscalibus?

Abstract

Indien de fiscale rechter van oordeel is dat bewijs nopens de belastbare grondslag onrechtmatig is verkregen, zoals bij een bewijsverkrijging door het nemen van vrije toegang tot woningen zonder machtiging van de rechter in de politierechtbank (art. 63 WBTW, art. 319 WIB92), kan deze alleen dan het gebruik van dat onrechtmatig verkregen bewijs uitsluiten indien hij het vooraf toetst aan de beginselen van behoorlijk bestuur en het recht op een eerlijk proces. Behoudens wanneer de wetgever voor dergelijk onrechtmatig verkregen bewijs in bijzondere sancties voorziet, kan het gebruik van onrechtmatig verkregen bewijs in fiscale zaken slechts worden geweerd indien de bewijsmiddelen verkregen zijn op een wijze die zozeer indruist tegen hetgeen van een behoorlijk handelende overheid mag worden verwacht dat dit gebruik onder alle omstandigheden als ontoelaatbaar moet worden geacht, of indien dit gebruik het recht van de belastingplichtige op een eerlijk proces in het gedrang brengt. De rechter kan bij die afweging onder meer rekening houden met een of meer van volgende omstandigheden: het zuiver formeel karakter van de onregelmatigheid, de weerslag ervan op het recht of de vrijheid die door de overschreden norm worden beschermd, het al dan niet opzettelijk karakter van de door de overheid begane onrechtmatigheid en de omstandigheid dat de ernst van de inbreuk veruit de begane onrechtmatigheid overstijgt.