Please use this identifier to cite or link to this item: http://hdl.handle.net/1942/41593
Title: Het arrest Cilevičs: Taaleisen ter bescherming van de nationale identiteit: dubieuze gevolgen voor de onderwijstoegankelijkheid?
Authors: SCHOENMAEKERS, Sarah 
Issue Date: 2022
Publisher: Boom Juridisch
Source: Nederlands tijdschrift voor Europees recht, 28 (9/10) , p. 195 -202 (Art N° 1)
Abstract: Arrest van het Hof (Grote kamer), 7 september 2022, zaak C-391/20, Cilevičs et al., ECLI:EU:C:2022:638. Trefwoorden: vrijheid van vestiging, bescherming van de officiële taal, nationale identiteit, evenredigheid Samenvatting Een nationale regeling van een lidstaat die erin voorziet dat hogeronderwijsinstellingen uit andere lidstaten onderwijsprogramma's in beginsel enkel mogen aanbieden wanneer die programma's uitsluitend in de officiële taal van die lidstaat worden aangeboden, vormt een beperking op de vrijheid van vestiging zoals gewaarborgd door het Werkingsverdrag van de Europese Unie. Wanneer deze verplichting tot doel heeft het gebruik van de officiële taal/talen van de lidstaat te beschermen en te bevorderen is er sprake van een legitiem doel dat in beginsel een rechtvaardiging kan vormen voor een beperking van de vrijheid van vestiging. Een dergelijke beperking dient evenwel geschikt te zijn om het nagestreefde doel te bereiken. Dit is het geval indien de regeling op stelselmatige wijze wordt uitgevoerd, wat betekent dat uitzonderingen slechts een beperkte draagwijdte mogen hebben. Bovendien mag de regeling niet verder gaan dan wat noodzakelijk en evenredig is om het doel te bereiken. Wanneer een nationale regeling in geen enkele uitzondering voorziet op het aanbieden van hogeronderwijsprogramma's in de officiële taal gaat deze verder dan noodzakelijk en evenredig is voor het bereiken van het nagestreefde doel. De zaak Cilevičs is van belang vanwege de zeer concrete invulling van de geschiktheidseis door het Hof en vanwege de gevoeligere achterliggende politieke kwestie die door het Hof onbesproken blijft, meer bepaald de (mogelijke) aantasting van de taalrechten van de grote Russischtalige minderheid in Letland. Inleiding Het tot stand brengen van een interne markt, een ruimte zonder binnengrenzen waarin het vrij verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal is gewaarborgd volgens de bepalingen van de Verdragen, is één van de kerntaken van de Europese Unie. 2 Reeds in 1995 oordeelde het Hof van Justitie in Gebhard dat nationale maatregelen die de uitoefening van de in het Verdrag gewaarborgde fundamentele vrijheden kunnen belemmeren of minder aantrekkelijk kunnen maken, verenigbaar kunnen zijn met de in de Verdragen gewaarborgde 1 Prof. dr. Sarah Schoenmaekers is bijzonder hoogleraar Europees recht aan de Open Universiteit; universitair hoofddocent Europees recht aan de Universiteit van Maastricht en gastprofessor aan de Universiteit van Hasselt. 2 Artikel 3(3) Verdrag betreffende de Europese Unie jo Artikel 26(1) Werkingsverdrag.
Document URI: http://hdl.handle.net/1942/41593
ISSN: 1382-4120
DOI: 10.5553/NtER/138241202022028009005
Category: A1
Type: Journal Contribution
Appears in Collections:Research publications

Files in This Item:
File Description SizeFormat 
Schoenmaekers revised - ingekort.pdfPeer-reviewed author version329.17 kBAdobe PDFView/Open
Show full item record

Google ScholarTM

Check

Altmetric


Items in DSpace are protected by copyright, with all rights reserved, unless otherwise indicated.