Please use this identifier to cite or link to this item: http://hdl.handle.net/1942/42412
Title: Springende kikkers, pissende paarden. Een haiku-bloemlezing van Basho
Authors: PINT, Kris 
Issue Date: 2023
Source: Poëziekrant (Gent), 47 (4) , p. 90 -91
Abstract: Springende kikkers, pissende paarden. Een haiku-bloemlezing van Basho. Matsuo Basho, Laat alle bloesems in lachen uitbarsten. De mooiste haiku's. Vertaald door Jos Vos. Atheneaum, 2023. Kris Pint Het is opmerkelijk dat de haiku, het genre bij uitstek van de ernstige verstilling en uitgepuurde poëtische verwoording, juist in een heel speelse en spontane context is ontstaan. De hokku was de eerste strofe van een in groep gecomponeerde haikai no renga, een grappig kettinggedicht met een lichtvoetige, en soms scabreuze inslag, dat ging over alledaagse onderwerpen, maar ook over seks en scheten. De transformatie naar de hedendaagse, ingetogen haiku is voor een groot deel te danken aan de 17 e eeuwse Matsuo Kinsaku, die onder het pseudoniem Basho enkele van de meest bekende haiku's zou dichten en het genre een meer diepzinnige, meditatieve dimensie zou geven. 'Basho' verwijst naar de bananenboom die een leerling hem cadeau deed en die bij de hut stond waarin hij zich als een kluizenaar had teruggetrokken, aan de rand van Edo, het huidige Tokyo. In Laat alle bloesems in lachen uitbarsten selecteerde en vertaalde Jos Vos een vijftigtal van Basho's haiku's, als een voorproefje van de uitgave van zijn verzamelde haiku's, gepland voor later dit jaar. Maar ook Basho schreef nog geen haiku's in de huidige betekenis van het woord: ook zijn verzen stonden niet op zichzelf. Hoewel Basho, zoals Jos Vos in zijn beknopte inleiding aangeeft, zichzelf graag als een eenzame kluizenaar afschilderde, werkte hij nauw samen met een groep leerlingen. En in sommige van zijn haiku's lijkt ook nog steeds iets door te klinken van dat brutale van het oorspronkelijke genre: 'Vlooien, luizen,/en aan mijn hoofdeinde:/een pissend paard' of: 'Kattenliefde-/ en als het voorbij is/een wazige slaapkamermaan.' Hoewel Basho zelf geen monnik was, wordt zijn voorliefde voor het gewone, het lichte (karumi), vaak gekoppeld aan de Zen-filosofie, gericht op het zo-zijn van de dingen, en het uitschakelen van betekenis. Of zoals Roland Barthes het formuleert in Het rijk van de tekens: 'Heel Zen, waarvan de haiku slechts een literaire trek is, verschijnt zo als een gigantische praktijk die de taal moet stilzetten.' Desondanks lijkt de haiku toch altijd meer te zijn dan de snelle en simpele neerslag van een toevallige observatie. Dat blijkt ook uit één van de meeste bekende haiku's van Basho: 'De oude vijver-/een kikker springt erin,/de klank van water'-het is verleidelijk om dit te lezen als de uitdrukking van het abrupte van een mystieke ervaring, het verlichte opgaan in het grotere geheel,
Document URI: http://hdl.handle.net/1942/42412
ISSN: 2030-0638
Category: A3
Type: Journal Contribution
Appears in Collections:Research publications

Files in This Item:
File Description SizeFormat 
Pint - PK - Basho Springende kikkers pissende paarden.pdf
  Restricted Access
Non Peer-reviewed author version75.96 kBAdobe PDFView/Open    Request a copy
Show full item record

Google ScholarTM

Check


Items in DSpace are protected by copyright, with all rights reserved, unless otherwise indicated.