De terechte afschaffing van het samenloopverbod en de leer van de quasi-immuniteit van de hulppersoon: ander en beter.

Abstract

Kanttekening De terechte afschaffi ng van het samenloopverbod en de leer van de quasi-immuniteit van de hulppersoon: ander en beter Inleiding Het samenloopverbod tussen de con-tractuele en buitencontractuele aansprake-lijkheidsregels en de daarmee samenhan-gende leer van de quasi-immuniteit van de hulppersoon bezorgt de rechtsleer al jaren kopzorgen. Een van de uitzonderingen op het samenloopverbod (de aanwezigheid van een gemengde fout en zuiver buiten-contractuele schade) is onmogelijk uit te leggen aan onze studenten. De quasi-im-muniteit van de hulppersoon is een vreem-de eend in de rechtsvergelijkende bijt. Het Wetsvoorstel houdende Boek 6 «buiten-contractuele aansprakelijkheid» (Parl. Doc. 55K3213, hierna: Wetsvoorstel Boek 6) maakt daar een einde aan en waagt te-recht de sprong naar de afschaffi ng van het samenloopverbod en de quasi-immuniteit van de hulppersoon. Het valt niet te ont-kennen dat dit een ingrijpende verande-ring lijkt voor de praktijk. Het onbekende boezemt begrijpelijkerwijze ook angst in. In deze kanttekening willen we een gerust-stellend antwoord bieden op die angst. De voorgestelde verandering kent een aantal temperingen en nuances die aan veel be-sognes tegemoet kunnen komen. Finaal biedt de regeling van relatieve samenloop een betere, meer coherente bescherming van de contractuele economie, een adequate bescherming van de hulppersoon en een vlotter proceseconomisch uitgangspunt.