Financieel recht in tijden van crisis

Abstract

Veerle Colaert () Net zoals generaties Leuvense rechtenstudenten voor en na mij, leerde ik "Professor Geens" kennen in de eerste licentie, toen hij ons op vroege vrijdagochtenden op on-navolgbare wijze wegwijs maakte in het Belgische vennootschapsrecht. Gespijsd met bevlogen verhalen over grote crisissen-met name de "Generale" zaak-en kleine anekdotes, bleven deze lessen bij, in weerwil van het ochtendlijke uur en de al te comfortabele zetels van Kinepolis. Koens lessen hebben het verloop van mijn carriè-re bepaald : tijdens mijn vijf jaar aan de Brusselse balie en bij mijn eerste stappen in de academische wereld concentreerde ik me op het vennootschapsrecht, om van Eén van mijn eerste-en dierbaarste-herinneringen aan "collega" Koen Geens is tekenend voor wat ik beschouw als Koens meest kenmerkende karaktertrek. Zwoe-gend op een eerste doctrinale bijdrage, kon ik me niet vinden in de heersende litera-tuur over het onderwerp. Omdat ik twijfelde of ik wel voldoende argumenten had om in te gaan tegen de standpunten van enkele gerenommeerde auteurs, vroeg ik Koen om een ontwerp van standpunt voor TRV na te lezen. De volgende ochtend zwaaide hij de deur van mijn bureau open : "Veerle, dit is fantastisch !" Of mijn bijdrage werkelijk zo uitzonderlijk was, laat ik graag in het midden, maar die uitspraak heeft me wel het nodige zelfvertrouwen gegeven om academisch door te groeien. Knappe koppen lopen er wel meer rond op de Valk, maar de generositeit waarmee Koen be-wierookt wat hij goed vindt, is, zo besefte ik later, een kenmerk van ware academische uitmuntendheid. Diezelfde charismatische gulheid is het, waarmee Koen iedereen in zijn omgeving schijnbaar moeiteloos op sleeptouw neemt, enthousiasmeert en moti-veert. Hoewel Koen naast het vennootschapsrecht ook het "bank-en beursrecht" doceerde sinds het ontstaan van dit vak aan onze faculteit, en hij ook geregeld onderzoek pu-in het bank-en effectenrecht pas bekend bij het grote publiek toen hij als minister van-nieuwde Bankwet. Het zal niet verbazen dat ook heel wat academische bijdragen van vervult mij met de grootste dankbaarheid.