Please use this identifier to cite or link to this item: http://hdl.handle.net/1942/42833
Title: Overzicht van rechtspraak. Personenrecht (2009-2022) - Meerderjarigen: Rechterlijke bescherming
Authors: WUYTS, Tim 
Issue Date: 2023
Source: Tijdschrift voor privaatrecht, 2023 (4) , p. 1622 -1657
Abstract: 1622 TPR 2023 nog andere factoren een rol spelen om de lasthebber niet aan te stellen tot bewindvoerder 807. 225. De vrederechter kan ook ambtshalve het initiatief nemen om de alarm-belprocedure op te starten (art. 490/2 §2 Oud BW). Uit de rechtspraak blijkt dat vrederechters dit initiatief nemen als zij op de hoogte worden gebracht van wanpraktijken door derden, bijvoorbeeld het rust-en verzorgingstehuis waar de lastgever verbleef en waarvan de facturen onbetaald bleven 808. Afdeling C. Rechterlijke bescherming § 1. Organisatie a. Voorrang van de buitengerechtelijke bescherming 226. Luidens artikel 492 Oud BW kan de vrederechter ten aanzien van de persoon die verkeert in een toestand van wilsonbekwaamheid (art. 488/1 Oud BW) en verkwisting (art. 488/2 Oud BW) een rechterlijke beschermingsmaat-regel bevelen wanneer en voor zover hij vaststelt dat dit noodzakelijk is en dat de bestaande wettelijke of buitengerechtelijke bescherming niet volstaat. De buitengerechtelijke bescherming blijft van toepassing in de mate dat die verenigbaar is met de rechterlijke beschermingsmaatregel. In voorkomend geval bepaalt de vrederechter de voorwaarden waaronder de lastgeving verder kan worden uitgevoerd (art. 492 lid 2 Oud BW). In de logica van de wet gaat een informele bescherming die niet ingrijpt op de juridische handelingsbekwaamheid van de betrokken persoon vóór op een rechterlijke bescherming. De griffier moet nagaan of er een buitengerechte-lijke bescherming werd georganiseerd op basis van het centrale register dat hiertoe wordt bijgehouden door de Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat (art. 1242 Ger.W.). Een rechterlijke bescherming kan maar worden bevolen wanneer en in de mate dat de vrederechter vaststelt dat dit noodza-kelijk is en dat de bestaande buitengerechtelijke bescherming niet volstaat (art. 492 lid 1 BW) 809. De vrederechter moet dit in het bijzonder motiveren (art. 490/1 §2 lid 3 BW). 807 Zie bv. enkele in het Belgisch Staatsblad gepubliceerde beschikkingen waarbij de lastheb-ber niet werd aangesteld tot bewindvoerder bij de omzetting: Vred. Lier 11 september 2019, BS 17 september 2019: in casu werd een professionele bewindvoerder over de persoon en de goederen aangesteld; Vred. Lier 31 januari 2019, BS 6 februari 2019: in casu werd een ander familielid dan de lasthebber als bewindvoerder over de goederen aangesteld. 808 Vred. Gent (IV) 20 december 2019, T.Vred. 2020, 289. 809 Zie bv. Famrb. Henegouwen (afd. Charleroi) 6 februari 2017, RTDF 2019, 65: in casu oordeelde de rechtbank dat de te beschermen persoon een adequate beschermingsmaatregel m.b.t. het beheer van zijn belangen had getroffen, m.n. door zijn zoon een algemene zorgvol-macht te verlenen, waardoor de door de echtgenote gevraagde beschermingsmaatregel niet was aangewezen. Bovendien waren de beschermde persoon en zijn echtgenote betrokken in een echtscheidingsprocedure.
Document URI: http://hdl.handle.net/1942/42833
ISSN: 0082-4313
Category: A1
Type: Journal Contribution
Appears in Collections:Research publications

Files in This Item:
File Description SizeFormat 
Tijdschrift voor Privaatrecht 2023, afl. 4, 1622-1657.pdf
  Restricted Access
Published version3.65 MBAdobe PDFView/Open    Request a copy
42833.pdf
  Until 2025-05-03
Peer-reviewed author version309.56 kBAdobe PDFView/Open    Request a copy
Show full item record

Google ScholarTM

Check


Items in DSpace are protected by copyright, with all rights reserved, unless otherwise indicated.