Het territorialiteitsbeginsel en het overheidsopdrachtenrecht: een Europees perspectief

Abstract

Het territorialiteitsbeginsel en het overheidsopdrachtenrecht: Een Europees perspectief I. Inleiding De Wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken 1 bevatten regels die aan Belgische centrale, plaatselijke, gewestelijke en uitvoeringsdiensten verplichtingen opleggen betreffende de taal die zij mogen bezigen in hun binnendiensten, betrekkingen met andere diensten en betrekkingen met particulieren, voor zover het taalgebruik niet beheerst wordt door een andere wet. Zo stelt artikel 40 dat de berichten en mededelingen die de centrale diensten rechtstreeks aan het publiek richten in het Nederlands en in het Frans moeten worden gesteld, hieraan toevoegend dat deze tevens in het Duits aan het Duitssprekende publiek ter beschikking moeten worden gesteld. Wat betreft gewestelijke diensten, waarmee diensten worden bedoeld waarvan de werking meer dan één gemeente omvat en niet de diensten van het Vlaamse, Waalse of Brussels Hoofdstedelijk Gewest, stelt artikel 33 dat iedere dienst de berichten, mededelingen en formulieren die voor het publiek bestemd zijn in beginsel 2 uitsluitend in de taal van zijn gebied mag stellen. Voor plaatselijke diensten kan eenzelfde soort regeling worden gevonden in artikel 11. 3 De bestuurstaal voor de diensten van de Vlaamse Regering, de Franse Gemeenschap en het Waals Gewest wordt specifiek geregeld door de Gewone Wet tot * Sarah Schoenmaekers is Bijzonder Hoogleraar Europees recht aan de Open Universiteit, Universitair Hoofddocent Europees recht aan de Universiteit Maastricht en gastprofessor aan Universiteit Hasselt. Wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, 18 juli 1966, Stbl. 2 augustus 1966. 2 Voor gewestelijke diensten kunnen uitzonderingen en nadere preciseringen worden gevonden in de artikelen 34-36. 3 Conform artikel 11 §1 worden die bescheiden gesteld in het Frans en in het Duits in de gemeenten uit het Malmedyse, indien deze gemeenteraad zulks beslist. Artikel 11 §2 stelt dat in de gemeenten van het Duitse taalgebied de berichten, mededelingen en formulieren die voor het publiek bestemd zijn in het Duits en in het Frans worden gesteld. In de taalgrensgemeenten worden berichten en mededelingen gesteld in het Nederlands en in het Frans. Er wordt in het kader van deze bijdrage niet nader ingegaan op uitvoeringsdiensten.