Please use this identifier to cite or link to this item: http://hdl.handle.net/1942/43499
Full metadata record
DC FieldValueLanguage
dc.contributor.authorVAN DEN BERGH, Bart-
dc.date.accessioned2024-07-31T10:10:28Z-
dc.date.available2024-07-31T10:10:28Z-
dc.date.issued2020-
dc.date.submitted2024-07-24T09:45:07Z-
dc.identifier.citationBericht aan het notariaat, 2020 (1) , p. 15 -18-
dc.identifier.urihttp://hdl.handle.net/1942/43499-
dc.description.abstractLe criminel tient le civil en état en de notaris-vereffenaar Bart VAN DEN BERGH 1 1. Algemeen Artikel 4 van de Voorafgaande Titel van het Wet-boek van Strafvordering (hierna V.T.Sv.) bepaalt dat de burgerlijke rechtsvordering tezelfdertijd en voor dezelfde rechters vervolgd kan worden als de strafvordering. Deze burgerlijke rechtsvor-dering kan echter ook afzonderlijk vervolgd wor-den; in dat geval is zij geschorst, zolang niet defi-nitief is beslist over de strafvordering die vóór of gedurende de burgerlijke rechtsvordering is in-gesteld, in zoverre er gevaar bestaat voor onver-enigbaarheid tussen de beslissing van de straf-rechter en die van de burgerlijke rechter. Dit wetsartikel, dat onlangs nog werd verfijnd door de wet van 8 juni 2017 betreffende de coör-dinatie van het deskundigenonderzoek en de versnelling van de procedure in verband met be-paalde vormen van foutloze aansprakelijkheid, is bekender in zijn adagium-versie: "Le criminel tient te civil en état". Deze wetsbepaling definieert de interactie tus-sen een parallelle burgerlijke en strafrechtelijke procedure. Overeenkomstig deze bepaling wordt de uitspraak van de burgerlijke rechter bij wie een vordering is ingesteld opgeschort tot de einduitspraak over een strafvordering die n.a.v. dezelfde feiten werd ingesteld. Samengevat komt deze regel er op neer dat de civiele rechter niet in het vaarwater mag komen van de strafrechter. Deze wetsbepaling impliceert dus een verbod voor de civiele rechter om uitspraak te doen over een vordering, indien de strafvordering die be-trekking heeft op dezelfde feiten nog niet be-slecht is. De definitieve uitspraak van de straf-rechter bindt de burgerlijke rechter voor alles wat hij noodzakelijk en zeker heeft beslist over het feit dat de gemeenschappelijke grondslag van de burgerlijke rechtsvordering en van de strafvorde-ring uitmaakt. 2 De uitspraak van de strafrechter bindt de burgerlijke rechter, om te voorkomen dat zij onderling tegenstrijdige beslissingen zou-den nemen over die punten die aan beide procedures gemeen zijn. 3 Achterliggende gedachte is dat het strafrecht een zekere suprematie kent over het burgerlijk recht (het particuliere belang is ondergeschikt aan het algemeen belang en de openbare orde, die kenmerkend zijn voor strafprocedures) en dat de burgerlijke rechter gehouden is om zich bij de be-oordeling van de voor hem ingestelde burgerlijke vordering te baseren op de beslissing die de straf-rechter eerder genomen heeft. Onrechtstreeks vrijwaart dit beginsel ook de geloofwaardigheid en de interne logica van het rechtsapparaat, door tegenstrijdige beslissingen te vermijden. 4 1 Raadsheer hof van beroep Antwerpen en vrijwillig wetenschappelijk medewerker U.Hasselt. 2 Cass. 12 december 2007, Arr.Cass. 2007, 2439, concl. J. GENICOT. 3 Hoewel dit buiten het bestek van onderhavige bijdrage valt zij volledigheidshalve opgemerkt dat het Grondwettelijk Hof in een recent arrest oordeelde dat art. 4 V.T.Sv. de art. 10 en 11 Gw., in samenhang gelezen met art. 6 EVRM, schendt in zoverre het algemene rechtsbe-ginsel van het gezag van het strafrechtelijk gewijsde voor de burgerlijke rechter erin is vastgelegd, in die zin geïnterpreteerd dat de partij die tijdens een strafproces is veroordeeld en die vervolgens is opgeroepen voor de burgerlijke rechter, in dat burgerlijk proces niet het bewijs kan genieten dat in die burgerlijke zaak door een derde bij het strafgeding is geleverd en waarbij de elementen afgeleid uit het strafgeding worden weerlegd (GwH 14 februari 2019, NC 2019, 303, noot P. THIRIAR). 4 R. NELISSEN, "Sociaalrechtelijke aspecten omtrent de adagia 'le criminel tient le civil en état' en 'le criminel emporte le civil. Rede uitgesproken op de plechtige openingszitting van het arbeidshof te Antwerpen", T.Strafr. 2004, 246-280; E. BLONDEEL, "De interactie tussen de burgerlijke en de strafrechtelijke procedure in zaken van internationale parentale ontvoering: (on)betwiste samenhang" (noot onder Brussel 29 januari 2019), NC 2019, (330) 332, nr. 8. Universiteit Hasselt / Universiteit Hasselt On Campus (193.190.2.241) Le criminel tient le civil en état en de notaris-vereffenaar www.stradalex.com-31/07/2024-
dc.language.isonl-
dc.publisherLarcier-
dc.relation.ispartofseriesBericht aan het Notariaat-
dc.titleLe criminel tient le civil en état en de notaris-vereffenaar-
dc.typeJournal Contribution-
dc.identifier.epage18-
dc.identifier.issue1-
dc.identifier.spage15-
dc.identifier.volume2020-
local.bibliographicCitation.jcatA2-
local.publisher.placeBrussel-
local.type.refereedRefereed-
local.type.specifiedArticle-
local.provider.typePdf-
local.uhasselt.internationalno-
item.fullcitationVAN DEN BERGH, Bart (2020) Le criminel tient le civil en état en de notaris-vereffenaar. In: Bericht aan het notariaat, 2020 (1) , p. 15 -18.-
item.fulltextWith Fulltext-
item.accessRightsRestricted Access-
item.contributorVAN DEN BERGH, Bart-
Appears in Collections:Research publications
Files in This Item:
File Description SizeFormat 
bn2020_1p15.pdf
  Restricted Access
Published version201.48 kBAdobe PDFView/Open    Request a copy
Show simple item record

Google ScholarTM

Check


Items in DSpace are protected by copyright, with all rights reserved, unless otherwise indicated.