Please use this identifier to cite or link to this item: http://hdl.handle.net/1942/43500
Title: Over immuniteit van rechtsmacht en internationaal gewoonterecht
Authors: VAN DEN BERGH, Bart 
Issue Date: 2020
Source: Rechtspraak Antwerpen Brussel Gent, 2020 , p. 629 -633
Abstract: N o o t Over immuniteit van rechtsmacht en internationaal gewoonterecht 1. De feiten die ten grondslag liggen aan het hier geannoteerde arrest kunnen als volgt worden samengevat. Een werknemer (met de Belgische nationaliteit, tevens in België wonend) van de Amerikaanse Ambassade (hierna ook: VSA) in Brussel wordt ontslagen om drin-gende reden. De dringende reden is dat hij, in strijd met de voorschriften uit zijn arbeidsovereenkomst, een document zou hebben ondertekend. Blijkbaar is voor deze ondertekenbevoegdheid vereist dat men Amerikaans staatsburger is maar ook dat expliciet ondertekenbevoegdheid werd toegekend in de arbeidsovereenkomst. De ontslagen werknemer dagvaardt de VSA voor de arbeidsrechtbank te Brussel en vraagt een vergoeding wegens onterecht ontslag (opzeggingsvergoeding). De VSA wordt zowel door de arbeidsrechtbank als door het arbeidshof (in hoger beroep) veroordeeld. 2. De VSA had in limine litis voor de arbeidsgerechten de exceptie van immuniteit van jurisdictie ingeroepen, met verwijzing naar het internationaal gewoonterecht en het Verdrag van de VN inzake jurisdictionele immuniteiten van 2 december 2004. De VSA steunde deze exceptie op het feit dat volgens haar sprake was van een bij-zonder gevoelige functie met een grote verantwoordelijkheid. De werknemer in kwestie zou immers de expert zijn geweest voor alle aspecten i.v.m. verzendingen, douane, voertuigen en bijzondere vergunningen voor de ambassade. 3. Immuniteit van rechtsmacht of van jurisdictie betekent dat de begunstigde staat (de excipiens) niet voor de rechtscolleges van de gast-of ontvangststaat kan worden gebracht. Deze immuniteit heeft geen betrekking op de bevoegdheid van de rechtscolleges van de betrokken staat voor wie de zaak aanhangig is gemaakt, zodat de vraag naar immuniteit van jurisdictie pas dient onderzocht te worden nadat de rechter zijn (internrechtelijke materiële en territoriale) bevoegdheid heeft onderzocht (en aange-nomen). Het gegeven dat afstand van immuniteit mogelijk is en dat de titularis ervan de immuniteit verliest door een vordering in te stellen of zich te verweren zonder in limine litis de immuniteit op te werpen impliceert tevens dat de immuniteit niet van openbare orde is, in die zin dat de rechter deze exceptie ook niet ambtshalve moet opwerpen 33. 33. J. VERHOEVEN, Droit international public, Brussel, Larcier, 2000, 739. RABG-2020-07.book Page 629 Tuesday, June 2, 2020 2:00 PM Universiteit Hasselt / Universiteit Hasselt On Campus (193.190.2.241) Over immuniteit van rechtsmacht en internationaal gewoonterecht www.stradalex.com-31/07/2024
Document URI: http://hdl.handle.net/1942/43500
ISSN: 1781-8079
Category: A2
Type: Journal Contribution
Appears in Collections:Research publications

Files in This Item:
File Description SizeFormat 
rabg2020_7p629.pdf
  Restricted Access
Published version245.51 kBAdobe PDFView/Open    Request a copy
Show full item record

Google ScholarTM

Check


Items in DSpace are protected by copyright, with all rights reserved, unless otherwise indicated.