Please use this identifier to cite or link to this item: http://hdl.handle.net/1942/43516
Full metadata record
DC FieldValueLanguage
dc.contributor.authorVAN DEN BERGH, Bart-
dc.date.accessioned2024-07-31T13:33:51Z-
dc.date.available2024-07-31T13:33:51Z-
dc.date.issued2021-
dc.date.submitted2024-07-24T12:26:39Z-
dc.identifier.citationRechtskundig weekblad, 2020-21 , p. 1137 -1141-
dc.identifier.urihttp://hdl.handle.net/1942/43516-
dc.description.abstract Voorzitter: de h. Daoût Rapporteurs: de h. Pâques en mevr. Kherbache Advocaten: mrs. Uyttendaele, Debaty, Jacubowitz en Caillet 1. Grondwet-Gelijkheid en niet-discriminatie-Ambtenarenrecht-Aansprakelijkheid-Minnelijke schikking-Toegang tot de rechter-2. Ambtenarenrecht-Aansprakelijkheid-Minnelijke schikking-Toegang tot de rechter 1. en 2. De openbare rechtspersoon die een vordering tot schadeloosstelling of een regresvordering wil instellen tegen een lid van zijn personeel, moet hem vooraf een aanbod tot minnelijke schikking doen. Een dergelijke verplichting streeft een gewettigd doel na, namelijk het waarborgen van het beginsel van de proceseconomie, en biedt de partijen de mogelijkheid om hun geschillen doeltreff end te regelen zon-der optreden van de rechtbanken. Bij het formuleren van het aanbod tot minnelijke schikking zijn de openbare rechts-personen ertoe gehouden te handelen in overeenstemming met de beginselen van behoorlijk bestuur. Deze verplichting houdt geen onevenredige beperking in van het recht op toe-gang tot de rechter en evenmin een discriminatie van open-bare rechtspersonen t.o.v. private rechtspersonen. Arrest nr. 158/2020 Volledige weergave: zie www.rw.be  Hof van Cassatie 3e Kamer-25 januari 2021  Voorzitter-rapporteur: de h. Mestdagh Openbaar ministerie: de h. Vanderlinden Advocaat: mr. Lebbe Echtscheiding-Onderhoudsuitkering na echtscheiding-Onderhoudsgerechtigde-Eff ectieve aanspraak op onderhoudsuitkering-Staat van behoeft e-Beoordeling-Normale levensomstandigheden De behoeft ige echtgenoot in de zin van art. 301, § 2, eer-ste lid, Oud BW, die de principieel onderhoudsgerechtigde is, verkeert niet noodzakelijk in staat van behoeft e in de zin van art. 301, § 3, Oud BW en kan bijgevolg niet nood-zakelijk eff ectief aanspraak maken op een onderhouds-uitkering na echtscheiding. De staat van behoeft e van een uitkeringsgerechtigde wordt beoordeeld op grond van de normale levensomstan-digheden waarin hij wegens zijn sociale situatie verkeerde.-
dc.language.isonl-
dc.titleOver de rechtsplegingsvergoeding en het beschikkingsbeginsel: keuze voor une vie de couple?-
dc.typeJournal Contribution-
dc.identifier.epage1141-
dc.identifier.spage1137-
dc.identifier.volume2020-21-
local.bibliographicCitation.jcatA1-
local.type.refereedRefereed-
local.type.specifiedNote-
local.provider.typePdf-
local.uhasselt.internationalno-
item.fullcitationVAN DEN BERGH, Bart (2021) Over de rechtsplegingsvergoeding en het beschikkingsbeginsel: keuze voor une vie de couple?. In: Rechtskundig weekblad, 2020-21 , p. 1137 -1141.-
item.accessRightsRestricted Access-
item.fulltextWith Fulltext-
item.contributorVAN DEN BERGH, Bart-
crisitem.journal.issn1782-3463-
Appears in Collections:Research publications
Files in This Item:
File Description SizeFormat 
rw2020-2021_29p1136_3.pdf
  Restricted Access
Published version172.34 kBAdobe PDFView/Open    Request a copy
Show simple item record

Google ScholarTM

Check


Items in DSpace are protected by copyright, with all rights reserved, unless otherwise indicated.