Verbieden, die handel? Wegwijs in de symbolenstrijd in het onderwijs na Mikyas t. België

Abstract

Kunnen Vlaamse scholen het dragen van levensbeschouwelijke kentekens verbieden? Deze vraag blijft springlevend en gecontesteerd. Recente rechtspraak van lagere en hogere burgerlijke rechtbanken, alsook van het Grondwettelijk Hof en de Raad van State spreekt elkaar immers tegen. Dit artikel schetst de inhoudelijke contouren van het debat, dat zich focust op de mate waarin de vrijheid van religie beperkt kan worden in een school. Het bespreekt de meest relevante argumenten ter onderbouwing van een restrictieve of net ruime interpretatie van de godsdienstvrijheid. Daarbij mag ook een ander grondrecht niet uit het oog verloren worden in het debat, namelijk het verbod op discriminatie. Het artikel bevat vervolgens een kritische bespreking van de ontvankelijkheidsbeslissing van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in de zaak-Mikyas t. België en bespreekt diens beperkte impact op het geschetste debat. Het concludeert dat de tegenstrijdige rechtspraak weinig concrete handvatten biedt voor scholen of voor rechters die zich in de toekomst over deze vraag zullen buigen. Onzekerheid blijft troef.