Please use this identifier to cite or link to this item:
http://hdl.handle.net/1942/45083
Full metadata record
DC Field | Value | Language |
---|---|---|
dc.contributor.author | LANCKSWEERDT, Eric | - |
dc.date.accessioned | 2025-01-15T08:52:09Z | - |
dc.date.available | 2025-01-15T08:52:09Z | - |
dc.date.issued | 2024 | - |
dc.date.submitted | 2025-01-09T13:02:37Z | - |
dc.identifier.citation | De Juristenkrant (deurne), 2024 (3) , p. 13 -13 | - |
dc.identifier.uri | http://hdl.handle.net/1942/45083 | - |
dc.description.abstract | De Juristenkrant | 13 20 maart 2024 het proces en het vonnis als erna, zoals 'Ik ben nog steeds superblij dat ik dat gedaan heb. ' en 'Ik zou het nog een keer opnieuw doen. ', lijken dat te bevestigen. Die houding lijkt het logisch resultaat te zijn van het verweer strafrechte-lijk niets verkeerd gedaan te hebben. Toch sluit het pleiten voor een vrijspraak schuldin-zicht of spijt bij een beklaagde niet steeds uit. Zo gingen de meeste beklaagden in de zaak Reuzegom, ondanks hun uitingen van schuld-inzicht en spijt, voor een gehele of gedeelte-lijke vrijspraak. Hun advocaten verklaarden deze tegenstrijdigheid door te wijzen op het verschil tussen het hebben van juridische ver-antwoordelijkheid enerzijds en het voelen van morele verantwoordelijkheid anderzijds. Het is dus mogelijk om schuldinzicht en spijt om-trent de feiten en de gevolgen ervan te hebben zonder het strafbare karakter te erkennen. Dat is uiteraard moeilijker bij een opzettelijk mis-drijf, zoals in de zaak Acid, dan bij een onop-zettelijk misdrijf, zoals in de zaak Reuzegom aan de orde was. Door de samenhang in de zaak Acid tussen de verdedigingsstrategie en de houding van de beklaagde, kan het gebrek aan schuldinzicht en spijt best geen reden voor strafverzwaring vormen. Uit de strafmo-tivering in het vonnis blijkt dat ook niet het geval te zijn. Daarin is wel te lezen: 'Een gevan-genisstraf volledig met uitstel en een effectieve geldboete-teneinde de bestraffing voldoende tastbaar te maken-zoals hierna bepaald, moeten de beklaagde het wederrechtelijk ka-rakter van de gepleegde feiten doen inzien en hem ervan weerhouden om in de toekomst gelijkaardige feiten of andere misdrijven te plegen. ' De rechter lijkt er dus wel belang aan te hechten dat de beklaagde in de toekomst tot inzicht komt over het foutieve karakter van zijn handelen door dit als strafdoelstelling voorop te stellen. Uit het vonnis blijkt de gekozen verdedigings-strategie dus niet ten nadele van de beklaag-de gespeeld te hebben. Natuurlijk vormt de schriftelijke motivering slechts een bewuste explicitering van het denkproces van de rech-ter. Het valt niet uit te sluiten dat bepaalde elementen, zoals de negatieve houding van de beklaagde, onbewust een rol spelen of bewust niet in de strafmotivering vermeld worden. Bijgevolg kan nooit met volledige zekerheid gezegd worden dat het gebrek aan schuldin-zicht of spijt geen enkele invloed op de bestraf-fing had. Verder kan een gebrek aan schuldin-zicht en spijt de straftoemetingsbeslissing ook onrechtstreeks negatief beïnvloeden. De ver-dedigingsstrategie die een uiting van schuldin-zicht en spijt uitsluit, zorgt er immers voor dat de positieve effecten die van de aanwezigheid ervan kunnen uitgaan eveneens uitgesloten worden. ApArt debAt schuld en strAf De gekozen verdedigingsstrategie omtrent de schuld en de daaruit vloeiende mogelijkheden om schuldinzicht en spijt te uiten, kunnen dus wel degelijk (al dan niet onrechtstreeks) een invloed op de bestraffing hebben. Bovendien kan de verdedigingsstrategie om resoluut voor de vrijspraak te gaan bepaalde bestraffings-mogelijkheden, waarvoor een instemmings-vereiste geldt, uitsluiten (zoals de werkstraf). Dat was ook het geval in de zaak Acid. Om dat te vermijden kan de verdediging naast de vrijspraak in hoofdorde, in ondergeschikte orde vragen om dergelijke bestraffingsmoge-lijkheden toe te kennen. Naast de vrijspraak opperen dat een persoon bereid is om het engagement van een werkstraf aan te gaan, kan een pleidooi van iedere geloofwaardigheid ontdoen. Er gaan dan ook terecht heel wat stemmen op om het debat omtrent de schuld en de straf op te splitsen, zoals nu al het ge-val is in het hof van assisen. Daardoor kan de rechter met betere kennis van zaken overgaan tot het opleggen van een gepaste bestraffing. De vraag rijst of het uiten van schuldinzicht en spijt tijdens het debat omtrent de straf geloof-waardig overkomt na een eerdere ontkenning. Een opsplitsing heeft hoe dan ook het voor-deel dat de rechter een correcter beeld over de persoon van de beklaagde kan krijgen, los van de gekozen verdedigingsstrategie. Maartje Verdickt is doctoraatsonderzoeker in het strafrecht en de rechtspsychologie aan Universiteit Antwerpen. Het is nogal tegenstrijdig om spijt en schuldinzicht te verwachten van een beklaagde die zwijgt of ontkent. In deze reeks reflecteert erIc lancksweerdt maandelIjks over rechtspraktIjk en ethIek. alledaagse ethiek Column Wetsvoorstel holistische advocatuur: zorghouding uit de zorgethiek o p 14 februari 2024 werd in de kamer van volksvertegenwoordigers een wetsvoorstel 'tot oprichting van holistische advocatenkantoren (hak's)' ingediend. het beoogt de oprichting van hak's die zich richten op kwetsbare bevolkingsgroepen die zich vaak in moeilijke situaties bevinden, niet goed op de hoogte zijn van hun rechten, noch weten over welke mogelijkheden ze beschikken om ze daad-werkelijk te effectueren. de doelgroep van de hak's bestaat uit personen die zich geconfronteerd zien met een veelheid aan uitdagingen op het vlak van lichamelijke en psychologische gezondheid, bestaanszeker-heid, sociale uitsluiting, huisvesting, administratieve kwesties en eventueel verslavingen. hun problema-tiek vergt een multidisciplinaire aanpak. daarom zullen advocaten in een hak nauw samenwerken met maatschappelijk werkers, psychologen en eventueel andere beroepsbeoefenaars. de advocaten krijgen een vaste, forfaitaire bezoldiging. In het gangbare businessmodel is een omvattende, tijdsintensieve dienst-verlening aan kwetsbare personen immers financieel onleefbaar. de advocaten die in een hak hun diensten verlenen, belichamen de zorghouding die in de zorgethiek zo centraal staat. deze ethiek legt de nadruk op betrokkenheid, empathie, verantwoordelijkheid en zorg voor de concrete ander met wie men in een directe relatie staat. niet het naleven van abstracte principes en (deontologische) plichten, maar het tegemoet komen aan de concrete noden en behoeften van de zorg-behoevende ander staat voorop. met dat doel voor ogen proberen de binnen een hak opererende advocaten om hun cliënten, die zich geconfronteerd weten met moeilijke omstandigheden, actief en veelzijdig te on-dersteunen. zij fungeren als een vertrouwenspersoon die mensen in een uitdagende levenssituatie zo goed mogelijk bijstaat in effectieve 'rechtsverwerkelijking'. dat wil zeggen dat zij hun cliënten niet alleen uitste-kend informeren over hun rechten, maar hen ook metterdaad ondersteunen om te krijgen waarop ze recht hebben. voor wie het moeilijk heeft is het immers vaak onbegonnen werk om zich een weg te banen door de administratieve wereld van instellingen en procedures. Bovendien beseffen de binnen een hak werkzame advocaten dat hun cliënteel zich dikwijls geconfron-teerd ziet met een veelzijdige problematiek op juridisch, financieel, psychologisch en sociaal vlak. zij op-teren daarom, waar nodig, voor een multidisciplinaire samenwerking met andere professionals. slechts dan komt een omvattende en duurzame oplossing van de moeilijkheden in het verschiet. door hun aanpak maken de advocaten niet alleen op inhoudelijk, maar ook op relationeel en menselijk vlak het verschil. de aan hun dienstverlening ten grondslag liggende zorghouding vindt, misschien onbewust, haar wortels in het mededogen voor de anderen die, vaak zonder dat ze er iets aan kunnen doen, in een lastig parket te-rechtkwamen. de juridische service wordt aangepast aan de behoeften van de rechtzoekende en aan de realiteit op het terrein. dat behelst een omkering van het perspectief. niet de juridische invalshoek van de advocaat vormt het uitgangspunt, maar de zienswijze en de leefwereld van de cliënt. dat vraagt inlevings-vermogen, empathie en, wanneer de cliënt minder mondig is, verbeeldingskracht. het initiatief van individuele advocaten, die vanuit een sociale bewogenheid handelen, zal een duur-zame structurele en maatschappelijke verankering krijgen als dit wetsvoorstel zou worden goedgekeurd. dan geeft de wetgever niet alleen erkenning aan de verdiensten van pioniers, maar handelt hij zelf ook vanuit de insteek van de zorgethiek. hij kiest dan voor waarden als welzijn, menselijke waardigheid, soli-dariteit, zorgzaamheid en rechtvaardigheid in de zin dat mensen daadwerkelijk krijgen waarop ze recht hebben. In tijden van budgettaire krapte ligt het niet zonder meer voor de hand om de werkzaamheden van hak's van overheidswege te financieren. een op de zorgethiek gebaseerde benadering kost geld. de wetge-ver staat hier voor fundamentele politieke en morele keuzes die een grondig debat waard zijn. voor welke waarden willen we gaan en staan? waaraan spenderen we als gemeenschap onze financiële middelen? verhogen we eventueel de beschikbare financiën via een fiscale hervorming? kiezen we ervoor om de juri-dische dienstverlening aan sociaal kwetsbaren zoveel mogelijk over te laten aan het particulier initiatief? of komt dit toe aan de overheid, die eventueel terrein terugwint op de markt? moeten advocaten in een hak hetzelfde loon krijgen als wat een gemiddelde advocaat verdient? wat beschouwen we als kwalitatief hoogstaande juridische dienstverlening? wat hebben we er als samenleving voor over om het in de grond-wet verankerde recht op juridische bijstand concreet te verwezenlijken? het antwoord op dergelijke vragen houdt verband met het sociaal-economisch bestel waarvoor we willen opteren. het zou mooi zijn als men tijdens het daarop betrekking hebbend debat het spel van meerderheid versus oppositie kan overstijgen, om eventueel vanuit de gemeenschappelijke sokkel van de zorgethiek te exploreren wat haalbaar is. daar-bij mag men vooral niet vergeten dat bij het toepassen van de zorgethiek het hart aan het woord is. Eric Lancksweerdt is hoofddocent aan de UHasselt. | - |
dc.language.iso | nl | - |
dc.publisher | Wolters Kluwer | - |
dc.title | Wetsvoorstel holistische advocatuur: zorghouding uit de zorgethiek | - |
dc.type | Journal Contribution | - |
dc.identifier.epage | 13 | - |
dc.identifier.issue | 3 | - |
dc.identifier.spage | 13 | - |
dc.identifier.volume | 2024 | - |
local.format.pages | 1 | - |
local.bibliographicCitation.jcat | A2 | - |
local.type.refereed | Non-Refereed | - |
local.type.specified | Article | - |
local.provider.type | - | |
local.uhasselt.international | no | - |
item.contributor | LANCKSWEERDT, Eric | - |
item.fullcitation | LANCKSWEERDT, Eric (2024) Wetsvoorstel holistische advocatuur: zorghouding uit de zorgethiek. In: De Juristenkrant (deurne), 2024 (3) , p. 13 -13. | - |
item.fulltext | With Fulltext | - |
item.accessRights | Restricted Access | - |
crisitem.journal.issn | 1374-3538 | - |
Appears in Collections: | Research publications |
Files in This Item:
File | Description | Size | Format | |
---|---|---|---|---|
holistische advocatuur.pdf Restricted Access | Published version | 568.19 kB | Adobe PDF | View/Open Request a copy |
Google ScholarTM
Check
Items in DSpace are protected by copyright, with all rights reserved, unless otherwise indicated.