Please use this identifier to cite or link to this item:
http://hdl.handle.net/1942/45375
Title: | Producent asbesthoudende producten heeft opzettelijk ziekten veroorzaakt | Authors: | BORUCKI, Christopher | Issue Date: | 2024 | Source: | Nieuw Juridisch Weekblad, 496 , p. 146 -146 | Abstract: | Het buitencontractuele aansprake-lijkheidsrecht bestaat uit regels om onder meer te bepalen in welke ge-vallen de last van een schade moet worden verschoven van de bena-deelde naar een andere persoon. Op basis van die regels is het mogelijk dat een door een persoon als nega-tief gewaardeerde verandering in zijn voortbestaan niet voor schadeloos-stelling in aanmerking komt. Daar kunnen verschillende redenen van verscheidene aard voor zijn. Sowieso leidt niet alle 'schade' automatisch tot een schadeloosstellingsplicht (bijv. wanneer iemand onder invloed van overmacht onzorgvuldig handelt). Verder kunnen bewijsproblemen roet in het eten van de benadeelde gooien of kan een verstreken verjaringster-mijn spelbreker zijn. Het buitencon-tractuele aansprakelijkheidsrecht maakt evenwel deel uit van het rui-mere 'schadevergoedingsrecht'. Er bestaan ook andere vergoedingssys-temen, als aanvulling op en als al-ternatief voor aansprakelijkheid. Bij zulke andere vergoedingssystemen is er geen sprake van een verschuiving van de last van een schade naar een schadeverwekker (of een enkele per-soon die voor de schadeverwekker instaat), maar wel van een spreiding van deze last over meerdere personen die de schade niet noodzakelijk zelf hebben verwekt. Meerdere schouders dragen dan samen de last. Eén zo'n systeem is dat van 'schadefondsen'. In de context van asbestziekten heeft de samenleving het Asbestfonds in het leven geroepen om asbestslachtoffers niet in de kou te laten staan. Perso-nen die ziek worden door blootstel-ling aan asbest en daarvoor iemand tot schadeloosstelling zouden willen aanspreken, kijken immers tegen uitdagingen aan. De latentieperiode tussen de blootstelling en de verschij-ning van eerste symptomen is bijzon-der lang, niet zelden langer dan de gemeenrechtelijke verjaringstermij-nen. Bovendien kan het bewijs van het oorzakelijk verband niet altijd eenvoudig worden geleverd. Asbest-houdende producten zijn alomtegen-woordig (zodat er mogelijk meerdere blootstellingshaarden zijn) en niet iedere ziekte die door asbest kan wor-den veroorzaakt, wordt uitsluitend door deze mineralen veroorzaakt (bijv. longkanker). Wie succesvol een beroep op het Asbestfonds doet, kan sneller worden geholpen, zij het dat het fonds een beperkte forfaitare vergoeding toekent (en dus geen in-tegrale schadeloosstelling). Wie hier-voor kiest, is niet langer gerechtigd om een vordering tot vaststelling van buitencontractuele aansprakelijk-heid in te stellen. De programmawet die het Asbestfonds in het leven heeft geroepen, kent op dat vlak een im-muniteit toe aan de werkgevers die het Asbestfonds mee spijzen, tot wie ook de producenten van asbesthou-dende producten behoren. Tegenover het 'voordeel' van de bijzondere ver-goeding staat zo het 'nadeel' van de immuniteit, bedoeld als 'historisch compromis' om voldoende draagvlak voor het Asbestfonds te creëren (zie verslag namens de Commissie voor de Sociale Aangelegenheden, Parl.St. Senaat 2013-14, nr. 5-2279/2). Er geldt echter een belangrijke uitzondering op die immuniteit. Een vordering blijft mogelijk op basis van artikel 125 §2 van de programmawet "wan-neer [de aansprakelijke derde] de ziekte opzettelijk heeft veroorzaakt." In dit vonnis van de Nederlandsta-lige rechtbank van eerste aanleg te Brussel staat dat begrip van 'opzet' centraal. De rechter oordeelt dat de verwerende partij, de producent van asbesthoudende producten Eternit, de ziekte van de benadeelde opzette-lijk heeft veroorzaakt. De interpreta-tie van het gedrag van Eternit als op-zettelijk kan grote gevolgen hebben. Andere asbestslachtoffers, of hun rechthebbenden, die eerder al een be-roep deden op het Asbestfonds, zou-den kunnen overwegen om ook een vordering tot vaststelling van bui-tencontractuele aansprakelijkheid in te stellen in de hoop dat de rechters van hun zaken in dezelfde zin zouden oordelen (let wel: zij moeten dan nog steeds alle vereisten voor aansprake-lijkheid aantonen vooraleer schade-loossteling kan worden toegekend; hierin is de benadeelde in deze zaak geslaagd). Ook wie nog niet eerder een beroep deed op het Asbestfonds, zou kunnen overwegen om 'met minder risico' eerst het fonds aan te spreken en later een vordering in te stellen. Het verwondert daarom niet dat Eternit via de algemene mediaka-nalen heeft laten weten dat het hoger beroep aantekent tegen dit vonnis. | Document URI: | http://hdl.handle.net/1942/45375 | ISSN: | 1378-8914 | Category: | A2 | Type: | Journal Contribution |
Appears in Collections: | Research publications |
Files in This Item:
File | Description | Size | Format | |
---|---|---|---|---|
Nieuw Juridisch Weekblad 2024, afl. 496, 146.pdf Restricted Access | Published version | 54.2 kB | Adobe PDF | View/Open Request a copy |
Google ScholarTM
Check
Items in DSpace are protected by copyright, with all rights reserved, unless otherwise indicated.