Please use this identifier to cite or link to this item:
http://hdl.handle.net/1942/45924
Title: | Redactionele signalen | Authors: | FOUBERT, Petra | Issue Date: | 2025 | Publisher: | Uitgeverij Paris | Source: | Sociaal-economische Wetgeving, 2025 (3) , p. 103 -103 | Abstract: | In het eerste nummer van 2025 blikte SEW-hoofdredacteur Johan Meeusen terug op 2024. Hij onthield niet in het minst de dag waarop Donald Trump werd (her)verkozen als president van de Verenigde Staten en vroeg zich af: ‘Zullen de verkiezing van Trump en de wellicht onomkeerbare evolutie naar een veel meer transactionele relatie met de VS ons inderdaad tot meer Europese eenheid en een herijking van onze politieke prioriteiten dwingen?’ Op het moment dat ik dit stukje schrijf, ruim een maand na de inauguratie van president Trump, is het voor wat betreft het eerste deel van deze vraag nog koffiedik kijken: zal de EU tot een grotere eenheid kunnen komen? Zullen de lidstaten bereid zijn bevoegdheden naar de Unie over te hevelen, die ze tot nog toe liever voor zichzelf hielden? Laat ons voorzichtig optimistisch blijven, en vooral de hoop niet verliezen. Schokgolven kunnen belangrijke maatschappelijke en politieke evoluties bewerkstelligen. Dat heeft de geschiedenis ons alvast geleerd. Het tweede deel van de vraag die Johan stelde, kunnen we nu reeds bevestigend beantwoorden. Zowel de EU als haar lidstaten beseffen dat grote investeringen in defensie onafwendbaar zijn. Het Europese project, dat met een vredesmissie oprees uit de ruïnes van de Tweede Wereldoorlog, moet zich – paradoxaal genoeg – veel beter (be)wapenen, letterlijk en figuurlijk. Ik zie hier een toepassing van wat Eric Lancksweerdt, in zijn afscheidscollege van 27 februari 2025, een ‘conflict’ noemde dat een louter juridisch ‘geschil’ overstijgt. De EU is een project voor conflictvermijding dat gestoeld is op verbinding. Verbinding met zichzelf, gekenmerkt door een geloof in de eigen positieve kwaliteiten (de meeste mensen zijn goed); verbinding met de anderen, gekenmerkt door de capaciteit om zich in de positie van anderen te verplaatsen (doe een ander niet aan wat je zelf niet aangedaan wil worden); en verbinding met een hoger goed, een ideaal (een vreedzame samenleving). De EU koos voor een samenwerkingsmodel, en niet voor een strijdmodel. Een samenwerkingsmodel kan echter maar werken wanneer alle betrokken partijen ervoor openstaan een (potentieel) conflict op dergelijke wijze te benaderen. Wanneer die openheid er niet is, en daar heeft het momenteel op wereldvlak alle schijn van, moet men de realiteit onder ogen zien en ‘downsizen’ tot het loutere juridische geschil, dat men vervolgens probeert op te lossen via de toepassing van rechtsregels. De EU is er wellicht te lang van uitgegaan dat alle landen, zowel lidstaten als derde landen, het samenwerkingsmodel (willen) hanteren dat tot het DNA van de EU behoort. De huidige stand van zaken op geopolitiek vlak noodzaakt me echter een premisse toe te voegen aan het model van Eric Lancksweerdt. Het is namelijk niet eens zeker dat de eerbied voor democratisch aangenomen rechtsregels overal de status heeft die wij hem toedichten. Vooral dát is bijzonder hard ontwaken voor de EU, een project dat gebouwd is op ‘eerbied voor de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten’ (artikel 2 VEU). The New York Times citeerde Alex Younger, voormalig hoofd van de Britse inlichtingendienst: ‘We are in a new era where, by and large, international relations aren’t going to be determined by rules and multilateral institutions, but by strongmen and deals.’ Met die verminderde eerbied voor het recht in het achterhoofd lijkt het van groot belang onze defensie op te krikken, of we dat nu een goede zaak vinden, of niet. De EU zal voortaan op twee fronten actief moeten zijn. Enerzijds moet ze de kaart blijven trekken van het samenwerkingsmodel. Anderzijds mag ze niet naïef zijn en moet ze voorbereid zijn op het scenario waarin een conflict gereduceerd wordt tot een louter juridisch geschil, of erger nog, waarin ze af te rekenen krijgt met een partij die de basiswaarden van de EU niet deelt. En wat kunnen we zelf doen, als adepten van het EU-recht? We moeten vooral blijven praten over de vele goede dingen die de EU heeft gebracht voor de gehele Europese bevolking (en niet slechts voor enkelingen). De EU is niet perfect, het kan steeds beter, maar laat ons niet vervallen in negativiteit. Ik denk ook terug aan de redactionele signalen die ik in 2021 schreef (SEW 2021, afl. 11). Naar aanleiding van antidemocratische tendensen binnen de EU, vestigde ik toen de aandacht op de rol van het onderwijs in de opvoeding van jongeren tot kritisch denkende en veelzijdig ontwikkelde burgers. Specifiek binnen de rechtenopleiding moeten we daarom inzetten op een niet al te positiefrechtelijk curriculum. Het belang van aandacht voor jongeren en onderwijs indachtig, is het hartverwarmend dat de alumnivereniging van rechtenstudenten van de KU Leuven (VRG) binnenkort haar jaarlijkse alumniprijs toekent aan Koen Lenaerts en Kris Grimonprez, en dit niet alleen voor hun beider persoonlijk traject, maar ook voor hun bijzondere inzet voor de Europese gedachte en hun aandacht voor jongeren. | Document URI: | http://hdl.handle.net/1942/45924 | ISBN: | 9789462513013 | ISSN: | 0165-098X | Category: | A3 | Type: | Journal Contribution |
Appears in Collections: | Research publications |
Files in This Item:
File | Description | Size | Format | |
---|---|---|---|---|
Redactionele signalen 2025(3).pdf Restricted Access | Published version | 502.7 kB | Adobe PDF | View/Open Request a copy |
Items in DSpace are protected by copyright, with all rights reserved, unless otherwise indicated.