Please use this identifier to cite or link to this item: http://hdl.handle.net/1942/13673
Title: Het afwijkend bewijsrecht inzake pacht en het bewijs tegen de inhoud van de overeenkomst
Authors: VAN DEN BERGH, Bart 
Issue Date: 2012
Source: Rechtskundig weekblad, 2011-2012 (25), p. 1121-1124
Abstract: Art. 3, 2° Pachtwet bepaalt dat, indien er een naar de vorm andersluidend geschrift is, degene die een landeigendom exploiteert, het bewijs kan leveren van het bestaan van een pacht en van de pachtvoorwaarden, door alle middelen van recht, met inbegrip van getuigen en vermoedens. Hieruit volgt dat de beweerde gebruiker van een landeigendom, in weerwil van art. 1341, eerste lid BW, tegen een andersluidend geschrift in, met alle middelen van recht het bewijs kan leveren van het bestaan van een pachtcontract dat onder toepassing van de Pachtwet valt. Hiertoe is evenwel vereist dat de beweerde gebruiker van een landeigendom het bewijs levert dat hij een landeigendom exploiteert in de zin van een landbouwexploitatie overeenkomstig art. 1, eerste lid, 1° en 2° Pachtwet, tijdens de periode dat hij beweert pachter te zijn geweest.
Keywords: Pacht; Bewijs; Bestaan van naar de vorm andersluidend geschrift; Exploitant van landeigendom; Bewijs van bestaan van pacht en van pachtvoorwaarden; Alle middelen;Voorwaarde van exploitatie van landeigendom
Document URI: http://hdl.handle.net/1942/13673
ISSN: 1782-3463
Category: A1
Type: Journal Contribution
Validations: vabb 2014
Appears in Collections:Research publications

Show full item record

Page view(s)

14
checked on Sep 6, 2022

Download(s)

8
checked on Sep 6, 2022

Google ScholarTM

Check


Items in DSpace are protected by copyright, with all rights reserved, unless otherwise indicated.